Euro-columns
Inleiding
Van september 2000 tot januari 2002 schreef ik in Sp!ts over de invoering van de euro. Tot december 2001 waren dat wekelijkse columns, waarin ik tal van aspecten van de euro behandelde. De laatste 4 weken van december 2001 en de eerste 3 weken van januari 2002 werd de column geïntensiveerd tot een dagelijke frequentie. Enkelen daarvan zijn hier opgenomen.----------------------------------------------------------
Piet
Tot gisteren
klopte mijn hart vol verwachting. Maar enkele krantenberichten
sloegen die de bodem in. Nederland zuinig in feestmaand, las ik.
Minste geld voor cadeaus in heel Europa, werd eraan toegevoegd.
Elders zag ik, dat mensen beweren 11 cadeaus te kopen, terwijl ze
er maar 5 ontvangen. Waar blijven die andere cadeaus, denk je
dan.
De winkeliers doen voor Sinterklaas weer ontzettend hun best.
Etalages puilen uit. Ook voor euroxperts is er veel te genieten.
Chocolade euroletters, goudkleurige euromuntjes. En natuurlijk ook
lederen portemonnees. Ik heb er één gekocht. Voor wie? Dat blijft
een verrassing. Maar ik vroeg natuurlijk wel of hij europroof was.
Tot mijn verbazing maakte de verkoopster de portemonnee open en
haalde er een nep-biljet van 500 euro uit. Aan alles blijkt te zijn
gedacht.
Nadien heb ik de kranten wat zorgvuldiger gelezen. Nederland is
helemaal niet zuinig, bleek me. We geven dit jaar evenveel uit als
vorig jaar. Het zuinige moet gezien worden in verhouding tot de
buitenlandse uitbundigheid met Kerstmis. Vervolgens trof mijn oog
de krantenkop “Sint betaalt met duizendjes”. Veel van het thuis
opgepotte geld wordt omgezet in Sinterklaas geschenken.
De krant ziet direct een relatie met zwart geld. En wijdt uit over
de omvangrijke retourstroom van duizendjes. Het zal allemaal wel.
Helder is dat veel geld dat lang aan het zicht was onttrokken, nu
door de euro-omwisseling weer boven water komt.
Ook hierin volgt Nederland weer een eigen lijn. Er blijft gezocht
worden naar crimineel geld. De wetgeving om daar de hand op te
leggen wordt aangescherpt. In Italië en Spanje doen ze dat anders.
Daar wordt de regelgeving juist versoepeld, om er toch nog wat
belasting over te kunnen vangen. Wat werkt beter? Voor Sint, een
eerbiedwaardig Spaans ingezetene, kan het niets hebben betekend.
Zijn inkopen nu zijn even duur als vorig jaar. Hij heeft dus geen
zwart geld. Hij behelpt zich uitstekend met Zwarte Piet…
4 december 2001
-------------------------
Ontwenningskuur
U
kent ze wel de broodje aap-verhalen. Het is vaak vechten tegen de
bierkaai om ze te ontzenuwen. Zo voel ik me af en toe als er weer
een mal verhaal over de euro de ronde doet. Neem de
nikkel-allergie. Onder druk van Frankrijk zou, ter bescherming van
de belangen van haar nikkelmijnen in Nieuw-Caledonia, een eiland in
de Stille Zuidzee, extra veel nikkel in de euro zijn verwerkt.
Terwijl toch algemeen bekend zou zijn dat caissières als het zweet
hen in de handen staat een grote kans lopen op nikkel-exceem. De
Franse vakbond voor winkelpersoneel dreigt zelfs met actie, las ik
zaterdag in een krant.
Nederlandse vakbondsleden doen er verstandig aan niet zo snel op
dit soort berichten af te gaan. Maar eerst uit te zoeken hoeveel
nikkel er thans in de munten zit. Op de stuiver en het vijfje na
bestaan de huidige munten volledig, nou laat ik niet overdrijven,
voor 99 procent uit nikkel.
De euromunten van 1, 2 en 5 cent bestaan uit een legering van staal
en koper. De munten van 10, 20 en 50 eurocent zijn gemaakt uit
nordic gold, een samensmelting van koper, aluminium en zink. Nikkel
is alleen verwerkt in de 1 en 2 euromunten. De gouwering van 1 euro
is voor 75 procent van koper en voor 25 procent van nikkel. Het
middenstukje is te vergelijken met een sandwich. In het ‘beleg’ zit
12 procent nikkel. Maar daar kom je pas mee in aanraking als je er
echt je tanden in gaat zetten. Voor de 2 euro geldt hetzelfde maar
dan ‘binnenstebuiten’.
Het lijkt me dus dat we in plaats van nikkel-allergie eerder
nikkel-ontwenningsverschijnselen moeten vrezen…
Tja, en wat moeten we daar nu mee? Ik zou zeggen, bewaar een
rijksdaalder in uw portemonnee. En diep hem op zogauw u niet meer
weet waar u het zoeken moet vanwege het onbeheersbare verlangen
naar nikkel.
9 december 2001
---------------------------
Namen
Op het ergste
voorbereid waren ze bij de eurolijn. De bijna 15 miljoen brochures
met de afhaalcoupons zouden worden verstuurd. De grootste
postverzending ooit. Die zou de telefoons onafgebroken doen
rinkelen. Maar het valt alleszins mee. Aan het eind van de vorige
week hebben 35 duizend mensen gebeld. Er was op het dubbele
gerekend…
In alle opzichten blijkt de operatie goed te zijn voorbereid. Het
aantal retourzendingen is gering: zo’n 30 duizend enveloppen zijn
verkeerd bezorgd. Dat is 2 op iedere duizend. Enkele tientallen
mensen melden zich vast bij een winkel om het eurokitje af te
halen. Het is vervelend als je slachtoffer bent van je eigen
enthousiasme, maar op het geheel van de bevolking is het een
verwaarloosbaar aantal.
En dan die 35 duizend telefoontjes naar 0800 1521. In de meeste
wordt gevraagd om bevestiging van wat men al weet. Wanneer en waar
kan ik het kitje afhalen? De antwoorden zijn: vanaf 14 december bij
postkantoren, bankfilialen, Shell-benzinestations, Hemawinkels en
Combi. Daarnaast zijn er veel vragen over de machtiging. Er zijn
nogal wat gehandicapten die de machtiging niet zouden kunnen
ondertekenen. En er zijn al veel mensen in het buitenland die niet
voor de jaarwisseling terugkomen. Hoe kunnen die toch hun kitje
krijgen? De mensen van de eurolijn zijn erop getraind deze vragen
te beantwoorden.
Pijnlijker is het met gescheiden en inmiddels reeds hertrouwde
vrouwen die de afhaalcoupon op de oude naam hebben gekregen. Of
geadopteerde kinderen die de naam van de nieuwe ouders hebben
gekregen, maar op de voucher nog hun oude familienaam terugvinden.
Helemaal perfect is de verzending dus niet te naam gesteld. Zo’n
150 mensen zeggen er wat van. Maar ook hier weten de eurolijn
voorlichters inmiddels een adequate reactie op.
Alles bij elkaar kun je zeggen: de sores rondom de eurokit mag geen
naam hebben. Dat mag op grond van de omvang zeer opmerkelijk
heten…
10 december 2001
---------------------------
Elfstedentocht
Ooit
werd Marcel van Dam met ‘De achterkant van het gelijk’ voor de
zoveelste keer beroemd. Op socratische wijze tastte hij de ethische
grenzen van zijn gasten af. Veel journalisten doen het hem nu na.
Maar stel dat de economie instort, wat dan? Stel de Wet van Murphy
is van toepassing, wat mis kan gaan gaat mis, moet het leger dan
niet worden ingeschakeld? What if… Voorlichters weten dat het
beantwoorden van dergelijke vragen een doodzonde is. Want in plaats
van die reacties op zorgvuldige socratische wijze te wegen, vind je
slechts de kale antwoorden in de krant terug. Omvangrijke
bezuinigingen aangekondigd! Leger gemobiliseerd!
Ook veel politici zijn inmiddels door schade en schande wijs
geworden. Dat geldt nu waarschijnlijk ook voor de woordvoerder van
de provincie Friesland. Hij gaf aanleiding voor krantenkoppen als:
Euro en Máxima obstakel voor Elfstedentocht. Eind augustus heeft de
minister van Binnenlandse Zaken alle Commissarissen van de Koningin
gevraagd enige terughoudendheid te betrachten bij het toestaan van
evenementen, omdat er al een groot beslag op de capaciteit van de
politie werd gelegd door het kroonprinselijk huwelijk en de
invoering van de euro. Zo’n drie maanden later, we hebben al twee
nachten vorst gehad, wordt de Friese voorlichter gevraagd, wat dit
betekent. Stel nu dat het lang genoeg vriest, zou dit consequenties
kunnen hebben voor de Elfstedentocht? Het antwoord weten we nu. De
gevolgen ook. De voorpagina’s staan er vol van. Boze schaatscracks,
opgewonden Tweede Kamerleden, kwade gezichten richting politie,
geroep om extra bijstand van het leger. Maar niemand die even
informeert hoe het echt zit. Laat Ed Nijpels, de Friese
Commissaris, zich ‘his finest hour’ ontnemen als die door koning
winter op een presenteerblaadje wordt aangeboden? Natuurlijk niet.
Niemand wil dit volksfeest missen. Zullen we nu nog de oplossing
niet weten, dat is anders als de samenloop zich echt gaat voor
doen. Immers, komt tijd, komt raad.
11 december 2001
---------------------------
Pecunia
Twee grote
onderdelen van de euro-introductie zitten erop. De verzending van
de brochure met de afhaalcoupon. En sinds vrijdag de verspreiding
van de eurokits. Ondanks de vrieskou wekt de entree enig
enthousiasme onder de doorgaans nuchtere Nederlanders. Een collega
meldt: “Ik hoorde een medewerkster van een parfumerie tegen haar
collega zeggen: ik voel me zo blij, ik heb eindelijk de euro
gezien.” Zelf doe ik gelijke ervaringen op. Ook op zaterdag. Als
jurylid van de euroquiz, in de marge van het PvdA-congres, valt me
op dat menigeen het consumentenpakketje aan andere partijgangers
laat zien. Later zie ik bij de Hema een behoorlijke rij staan bij
het uitgiftepunt van de eurokits. Rustig wacht iedereen op zijn
beurt om direct na ontvangst de plastic verpakking te verwijderen
en de muntjes te bewonderen.
Met enige regelmaat word ik gebeld. Krijg zo de laatste informatie
door over de distributie. Incidenten blijven uit. Er zijn slechts
vermakelijke bijkomstigheden. Zoals de Shell, die meldt dat ze bij
verschillende benzinestations de ondergrondse tanks eerder moeten
bijvullen dan verwacht.
Onder de columnisten bespeur ik ook een omslag. Bas van Putten valt
in het Algemeen Dagblad haast in katzwijm. Pure weelde, schrijft
hij over het uiterlijk. En het eurokitje krijgt een welhaast
literaire omschrijving met ‘het achtkoppige nestje munten’. In de
Volkskrant verhaalt Martin Bril van het ophalen van zijn kitje,
samen met zijn dochters. De één spreekt van chocolademunten. Maar
de ander zegt: ik vind ze mooi. Bij thuiskomst wordt er met de
munten gespeeld en gerekend dat het een aard heeft. Waarna de
oudste vaststelde: dit geld stinkt niet! Ik beschouw het als het
ultieme compliment. Want ze zal de gymnasiumleeftijd nog niet
hebben bereikt. Dan had ze geweten: pecunia non olet. Geld heeft
nooit gestonken. Maar mijn gebruikelijk cynisme legt het dit
weekend af tegen de opluchting over het verloop van de euro
omwisseling tot nu toe.
16 december 2001
---------------------------
Wokkels
In het
Gouvernement in Maastricht is een expositie ingericht over de euro.
Daar worden herinneringen opgehaald aan het verleden van 10 jaar
geleden. Aan de Top van Maastricht waar de grondslag voor de euro
is gelegd. Maar er wordt ook vooruit gekeken. Onder meer naar wat
je nog met het oude geld kan doen. Verschillende kunstwerken staan
er tentoongesteld, die vervaardigd zijn van het metaal van de
munten. Of van versnipperde bankbiljetten. Het is een leuke
tentoonstelling, u kunt daar ook alle 96 euromunten in het echt
zien, en zeker een bezoekje waard.
Nu de werkelijke invoering zo nabij is, groeit de belangstelling
voor de retourstroom van guldens. Ook dat moet enigszins ordelijk
verlopen. De munten nemen zo’n volume in, dat enige aandacht op
zijn plaats is. Aan de winkeliers zijn gele en rode plasticzakken
verstrekt om ze gesorteerd retour te geven. De vergoeding daarvoor
bedraagt elf euro per zak. Eenmaal in Lelystad zullen de guldens na
enige tijd worden gewokkeld. Daarmee zijn ze waardeloos. Vervolgens
zullen ze worden omgesmolten en weer als grondstof ergens aan de
metaalverwerkende industrie worden aangeboden. Het kan ook een
kunstenaar zijn. We zijn er voorlopig dus niet van af.
Maar hoeveel van de munten keert nu terug? In heel Europa worden 70
miljard nationale munten uit circulatie gehaald. Hoeveel ervan is
kwijt? Hoeveel worden er bewaard om later aan de kleinkinderen te
kunnen laten zien? De schattingen lopen uiteen. De overheid, u dus,
wordt er niet slechter van. Het hergebruik levert iets op. Het niet
ophoesten van het oude geld ook. Want dan wordt de tegenwaarde in
euro niet teruggegeven. Versterf wordt dat genoemd. De
Nederlandsche Bank waagt zich pas na de euro-operatie aan een
schatting van de omvang daarvan. Met de euro-invoering mag veel
geld zijn gemoeid, ze is zo uniek, dat er zelfs met het weggegooide
geld nog iets leuks kan worden gedaan.
17 december 2001
---------------------------
Bijbelvast
Droef
word ik een beetje van de berichten over chaos die nu weer de kop
opsteken. Vooral als mensen zonder de feiten te controleren maar
wat roepen. En direct dreigen met schadevergoedingen.
Sinds 1 december verzorg ik elke dag een persbriefing. De
belangstelling wisselt. Maar gisteren was hij erg groot. Twee
cameraploegen, 4 radioverslaggevers en nog enkele
vertegenwoordigers van de schrijvende pers. Dat is voor wat
geleidelijk aan een Goednieuwsshow is geworden een mooie score. Ik
had weer goed nieuws voor ze. Van de eurokits was al zestig procent
afgehaald. Nog 38 procent zou volgen. Van de consumentenpakketten
was 5,3 miljoen verkocht. Ruim eenderde van de gezinnen heeft nu
één of meer pakketten in huis. Die gingen dus als warme broodjes de
deur uit.
Maar daar kwamen ze niet voor. Er was wat aan de knikker. Een krant
had voorspeld dat de chaos nabij was. Op aangeven van een
ondernemersorganisatie in het winkelbedrijf spraken ze omvangrijke
fouten in de eurobevoorrading. En dat terwijl ik constant had
beweerd dat alles gladjes verliep. “Opinion is free”, begon ik mijn
reactie. Maar daar gaat aan vooraf: “Facts are sacred”. En
vervolgens gaf ik de feiten. Er zijn een kwart miljoen bestellingen
geleverd in enkele weken tijd. Daarvan is in 250 gevallen, één
procent, iets bij mis gegaan. Op dit moment zijn er geen problemen
meer die om een oplossing vragen. Kortom, over welke chaos hebben
we het?
Later dacht ik: wat voor een rare werkgevers zijn dit toch, die
dergelijke verhalen de wereld insturen? Op dit moment zijn in tal
van winkels, na sluitingsstijd, duizenden winkelbedienden aan het
oefenen in het afrekenen in euro. Met daarbij het teruggeven van
euro’s, ook als er met guldens is betaald. Wat voor een stimulans
krijgen die, met die malle chaostheorie? De bijbelvastheid is onder
de winkeliers kennelijk niet meer zo groot. Want wie wind zaait
…
18 december 2001
---------------------------
Fijndistibutie
Deze
ochtend was het om 2 uur al erg druk rondom het Opslag- en
Distributiecentrum (ODC) in Lelystad. Tientallen journalisten
verzamelden zich bij wegrestaurant Hajé. En dat alles om de start
te kunnen bijwonen van het uitrijden van het muntgeld. De komende
dagen zullen de kassa’s van bijna alle winkels en
horeca-etablissementen ermee worden gevuld.
In alle andere eurolanden moeten de winkeliers en horeca-uitbaters
naar de bank om aan geld, zowel de munten als biljetten, te komen.
Hier hoeven ze alleen het papieren geld af te halen. De munten
worden op bestelling gratis bezorgd. Aanvankelijk liepen de
voorbereidingen wat moeizaam. Veel toonbankinstellingen leken de
bestelformulieren als overbodig reclamedrukwerk te hebben
weggegooid. Maar uiteindelijk hebben na herhaaldelijke indringende
oproepen toch bijna 180 duizend winkels een bestelling geplaatst.
Bij elkaar voor meer dan 500 miljoen munten. Dat is ongeveer
éénderde van de munten die op 1 januari in circulatie worden
gebracht. Via de eurokits en consumentenpakketten zijn er inmiddels
al 350 miljoen munten bij u thuis. De overige munten liggen al bij
de lokale banken en de filialen van het grootwinkelbedrijf.
De fijndistributie wordt verzorgd door tante Pos, die tegenwoordig
TPG heet. Die zet daarvoor 56 trucks en zo’n 1000 wit-oranje
kleurige bestelwagens in. Anders dan gebruikelijk rijden daar nu
twee mensen op, die goed getraind zijn om hun lading veilig en wel
te bestemder plaatse af te leveren. Alleen aanhoudende ijzel kan de
hele operatie in de wielen rijden. De kans daarop is overigens niet
zo groot. Het weerbericht voorspelt voor vandaag wel kou, maar geen
ijzel.
Al mijn collega’s hebben er vertrouwen in, dat ook de
fijndistributie tot een goed einde wordt gebracht. Alleen Dagobert
Duck bekijkt de hele operatie met lede ogen. De diepgang van zijn
eurobad vermindert snel. Hij hoeft overigens niet lang te treuren.
Over enige tijd komen de guldenmunten retour. Daarmee kan hij
zijn hart weer ophalen...
27 december 2001
---------------------------
Waarde
Er kan op dit
moment geld worden verdiend. Fantastische bedragen worden er via
internet geboden voor de eurokits en de consumentenpakketten. Na 1
januari als het nieuwe er af is, zal dat wel veranderen.
Voor echte verzamelaars zullen ze wel enige waarde blijven houden.
Zeker voor degenen die van alle deelnemende landen de munten bij
elkaar willen sparen. Er zijn twaalf maal acht verschillende
munten. Tellen we Monaco, San Marino en Vaticaanstad mee, dan komen
er nog eens 24 bij. Doorgewinterde verzamelaars kijken nog verder.
Die weten dat de muntproductie drie jaar geleden is gestart. Dat
betekent dat je het aantal te verzamelen munten met drie moet
vermenigvuldigen. En dan heb je fijnproevers die ook nog letten op
het muntmeestersteken. Als onder hen in de afgelopen jaren een
wisseling is geweest, dan heb je er al gauw weer acht verschillende
munten bij.
De verzameling is dus niet snel compleet. De waarde stijgt dan ook
nooit veel boven de opdrukwaarde. Anders wordt het natuurlijk met
de oude munten. Bijna een miljard munten zijn al terug naar De
Nederlandsche Bank. De komende weken zullen er minstens zoveel
retour komen. Dat betekent dat deze munten geleidelijk aan
zeldzamer worden. Wordt hun waarde dan navenant hoger? Het wordt in
ieder geval zinvoller te letten op het jaartal en het
muntmeestersteken. En bij de Koninklijke Nederlandse Munt eens te
informeren hoeveel er van bepaalde munten in een bepaald jaar zijn
geslagen. Van bijvoorbeeld de 5 guldenmunt uit 1998 zijn er maar
100.000 in omloop gebracht. Die zouden nu zo’n 17,50 gulden
doen.
De werkelijke waarde van oude munten is echter voor iedereen
verschillend. Met de Kerst hebben mijn dochters voor mijn moeder de
munten die zij in de loop der decennia heeft verzameld netjes in
een album gedaan. De verhalen die daarbij naar boven kwamen, laten
zich niet in klinkende munt uitdrukken. Die zijn onbetaalbaar…
28 december 2001
---------------------------
Omloopsnelheid
Het
euro-enthousiasme kent geen grenzen. Tal van mensen bekijken de
muntjes en biljetten van alle kanten. En als ze een muntje uit een
ander land treffen, dan wordt die betrekkelijk snel terzijde
gelegd. Alsof men bezig is een verzameling van de verschillende
munten aan te leggen. Maar geld moet rollen. En dat lijkt maar
aarzelend te gebeuren.
Er blijkt minder te worden gepind dan gebruikelijk. Mensen willen
kennelijk graag de biljetten gebruiken die ze uit de geldautomaat
hebben gehaald. Ze willen kennelijk de wat grotere coupures die ze
ergens hebben gekregen omzetten in kleinere, die ze nog niet
hebben. Tja, mensen volgen toch het liefst hun eigen logica.
De waarnemers zijn bezorgd. Niet voor de langere termijn. Maar wel
voor vandaag en morgen. De verdeling over banken, winkels,
consumenten heeft nog niet de juiste balans gevonden. Op de ene
plaats zijn teveel hoge coupures. Op de andere teveel lage. Dat zou
geen probleem zijn als iedereen even vaak pinde of chipte. Want het
betalingsverkeer mag natuurlijk niet gaan haperen.
Zelf heb ik er alle vertrouwen in dat alles goed gaat. Maar moet
ook vaststellen dat mensen graag de muntjes vasthouden. Eerder dan
in Nederland de consumentenpakketten werden verspreid, liet een
collega me al de Spaanse munten zien. Maar ze houdt ze natuurlijk
even vast. Op Nieuwjaarsdag waren mensen verbaasd dat ze in het
restaurant al Duitse euro’s tegenkwamen. Gaan ze die direct
uitgeven? Een andere collega had Griekse vrienden met de
jaarwisseling op visite. Die brachten Griekse munten in omloop. Tot
groot enthousiasme van een winkelier, die ze ogenblik terzijde
legde.
De grote omloop en de kleine omloop, het komt allemaal wel op gang.
Maar uw medewerking is nog wel even nodig. Blijf gepast betalen.
Wacht met het brengen van de overblijvende guldens naar de bank. De
euro domineert waarschijnlijk volgende week al het
betalingsverkeer. Dat is sneller dan verwacht.
3 januari 2002
____________
Vuurproef
Micro-waarnemingen, daarmee ben
ik de afgelopen weken met een enige regelmaat geconfronteerd.
Collega’s, journalisten, familieleden, vielen me ermee lastig.
Bijna zonder uitzondering vroegen zij of hun ervaring maatgevend
was voor het algemene beeld. Vaak is vervolgens bekeken of het een
uitzondering was, danwel een regelmatiger voorkomend verschijnsel.
Er kon immers niet worden gewacht tot er wetenschappelijk
verantwoorder gegevens beschikbaar kwamen.
Zaterdag zou de vuurproef zijn. Bij de post zat een berichtje dat
ik iets op het postkantoor moest ophalen. Als een speer erop af. Ik
kreeg daar nummer 888 in handen. Een mooi nummer, maar nummer 750
was pas aan de beurt. Dat werd afzien. Maar ook een goede
mogelijkheid om te zien hoe het baliepersoneel met alle voorkomende
problemen om zou gaan. Met bewondering heb ik gezien hoeveel geduld
er aan de dag werd gelegd. Vooral toen een vrouw voor uiteindelijk
meer dan 500 gulden aan dubbeltjes en kwartjes op de toonbank legde
en die door een medewerkster liet sorteren en tellen. Het ongemak
werd met een glimlach gedragen.
Later maakte ik een pitsstop in mijn favoriete lunchroom. Bij
iedere betaling werd gevraagd: wilt u in guldens of in euro’s
betalen. Bij de Hema hing bij de kassa een oproep om vooral in
euro’s te betalen of te pinnen. Albert Heyn zag deze zaterdag af
van de service om wat extra geld te kunnen pinnen. Daar viel
overheen te komen. Opvallend was ook dat het vakje waar de
honderdjes werden opgeborgen uitpuilde.
Nergens zag ik de emmers tussen de benen van de caissieres waarin
guldens zouden worden afgestort. Die waren me toch in het
vooruitzicht gesteld…
Het grootste probleem afgelopen zaterdag? Dat was het herkennen van
de verschillende muntjes. De mensen moesten allemaal, ikzelf ook,
even turen op de muntjes om de waarde vast te stellen. Maar verder?
Ik denk dat we de vuurproef glansrijk hebben doorstaan. Nederland
is europroof!
7 januari 2002
--------------------
Persbriefing
Het
leven kan zijn gewone loop weer krijgen. Gisteren was de laatste
persbriefing in het Nationaal Voorlichtingscentrum dat speciaal
voor de euro-invoering was ingericht. Minister Zalm deed verslag
van de eerste euroweek. Van de contante betalingen was zaterdag 90
procent in euro. Op de guldenbetalingen werd in 99 procent euro’s
als wisselgeld teruggeven. Sinds 1 januari waren er 11,5 miljoen
geldopnames gedaan. Op zaterdag werd er 4 miljoen keer gepind. Dat
is normaal voor een winkelzaterdag. In chartaal opzicht is de
omwisseling voltooid, was zijn conclusie.
Het snelle verloop is het resultaat van een uitstekende
voorbereiding. Alle radertjes zijn de afgelopen jaren goed in
elkaar gepast. De collega’s van het ministerie van Financiën en De
Nederlandsche Bank hebben eer van hun werk. Zoals blijkt uit zeer
recent onderzoek. Het ongemak viel mee, zegt 92 procent van de
mensen. Drie op de vier hebben geen enkel probleem gehad. En 96
procent zegt goed geïnformeerd te zijn. Daarvan steek ik natuurlijk
zelf apetrots iets van in mijn zak.
De euro is nog niet volledig ingevoerd. Er zijn immers nog
administratieve systemen waarvan de komende weken blijkt of ze
europroof zijn. Vorige week is het goed gegaan met de
kinderbijslag. Volgende week volgt de voorlopige teruggaaf van de
inkomstenbelasting. Daarna komen de sociale uitkeringen. En de
salarissen natuurlijk. Alle testen zijn goed verlopen. Maar het
komt uiteraard op de uitvoering aan. De betreffende instanties
kunnen ervan op aan dat de media met argusogen hun prestaties
volgen. Zoals ze het aan het rollen brengen van het geld hebben
gevolgd. Maar ze kunnen die belangstelling, denk ik, met vertrouwen
tegemoet zien.
De vinger wordt overigens nog wel aan de pols gehouden. Maar als
het goed is, merkt u daar niet zoveel van. Zoals u vóór 1 januari
ook niets hebt gemerkt van wat zich achter de schermen van het
geldverkeer afspeelt. En zo hoort het ook…
8 januari 2002
--------------------
Zout
Een flauw
grapje. Er zit een man in de trein. Hij strooit overvloedig zout.
Verbaasd vragen enkele medereizigers: wat bent u aan het doen? Ik
strooi zout. Waarom? Tegen de wilde beesten! Maar er zijn hier
helemaal geen wilde beesten. Zie je wel dat het helpt! Aan dit
mopje dacht ik bij krantenberichten over het tekort aan wisselgeld.
Niet ten onrecht blijkt nu. Want wat zegt de woordvoerder van de
supermarkten? Het was misschien wel een beetje overdreven, maar het
resultaat telt.
Een situatie scherp opzetten, daar raak ik niet gauw van
ondersteboven. Maar als het overleg om problemen op te lossen al
lang en breed tot een bevredigend resultaat heeft geleid, om dan
nog moord en brand te gaan schreeuwen, daar kan ik niet goed
tegen.
Van het begin af aan is door de regering onderkend dat de invoering
van de euro een megaoperatie zou worden. Met zoveel verschillende
facetten, dat een brede adviesgroep in het leven moest worden
geroepen, om die ook vanuit verschillende invalshoeken te kunnen
bekijken. Dat is het Nationaal Forum voor de introductie van de
euro geworden. Binnen De Nederlandsche Bank is voor de distributie
van de munten en biljetten een vergelijkbare adviesgroep opgezet.
Niemand kan volhouden dat er ook maar één organisatie is die zich
terecht miskend kan voelen. En dan geeft het geen pas als iemand
toch een Calimero-effect probeert op te roepen.
Het is echter ook vreselijk moeilijk om je er tegen te verweren.
Wat kopen buitenstaanders voor publiek gooi- en smijtwerk? Voor het
overvloedig buitenhangen van de vuile was? Het wendt de aandacht
af. En het dreigt het ordelijk verloop van – in dit geval – de
invoering van de euro te verstoren. Maar ik ben blij dat de
woordvoerder van de supermarkten nu zelf heeft erkend, dat we er
verstandig aan doen in het vervolg zijn opmerkingen met een korrel
zout te nemen…
9 januari 2002
---------------------
Pet
De
euro-invoering zou de criminele geest stimuleren. Menigeen heeft
aan de borreltafel voorspeld wat er vanuit valsemunters opzicht
allemaal zou gebeuren. Of hoe eerzame winkeliers – en anders wel de
oudere medemens – slachtoffer zouden worden van banale
oplichterstrucs. Er waren kortom enorme veiligheidsrisico’s
verbonden aan de euro-omwisseling. Die konden eigenlijk niet in
voldoende mate worden getackeld.
Ieder land heeft de politie die het verdient. We willen graag blauw
op straat. Vanuit preventief oogpunt. Maar martiaal optreden, daar
hebben we eigenlijk een broertje aan dood. Als we het belachelijk
kunnen maken, dan zullen we het niet laten. Dat weet de politie
ook. Eenmaal benaderd om mee te denken over de hele operatie
omschreef de politie de euro-invoering snel als ‘een logistieke
operatie met een veiligheidsdimensie’. Daarmee was de toon gezet.
Nuchter is vervolgens gewerkt aan het - onder meer - zichtbaar
aanwezig zijn bij de transporten van de munten en de biljetten.
Maar niet al te opzichtig. Vanuit mijn beroepsdeformatie lette ik
er natuurlijk op hoe dat in de praktijk uitpakte. Zo zag ik in
winkelcentrum Amsterdamse Poort op zaterdag na Kerstmis een grote
geldwagen op een van de pleintjes staan. Een paar motoragenten
eromheen. En twee mensen die bij verschillende winkels
muntpakketten gingen bezorgen. Het winkelend publiek nam er geen
notie van. Afgelopen zaterdag, weliswaar in een ander
winkelcentrum, van hetzelfde laken een pak. Niemand die iets
opviel. Voor de betreffende winkeliers en waardetransporteur een
veilig gevoel. Voor de burger geen angstig makende
politie-aanwezigheid. Gewoon het goede midden.
Er zijn aanwijzingen dat er de laatste maanden minder overvallen
hebben plaatsgehad. Eind deze maand zal dat definitief helder zijn.
De grappen doen al de ronde. Laten we elk jaar een nieuwe munt
invoeren... Maar alle gekheid op een stokje. De politie heeft een
enorme bijdrage geleverd aan het enthousiaste onthaal dat de euro
heeft gekregen. Petje af voor haar prettige en rustgevende
professionaliteit.
10 januari 2002
--------------------
Afscheid
De kranten
bieden nog wat euro-nabranders. Ouderen blijken euro-kampioen. Het
papier van de euro rafelt sneller dan oude guldenbiljetten. De inkt
van de euro kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Bewuste
misdrukken van eurocenten in Italië om verzamelaars geld uit de
zakken te kloppen. En bovenal: zorgen bij publiek over de
euro-inflatie. Maar al die berichten kunnen niet verhelen dat de
euro snel een zachte landing heeft gekregen.
Dat lijkt me een geschikt moment om afscheid te nemen. Met veel
plezier heb ik vanaf 1 september 2000 deze stukjes geschreven.
Eerst wekelijks. En vanaf 1 december vorig jaar elke werkdag. Het
zijn precies 90 geworden. Per keer heb ik u iets willen vertellen
over weer een ander aspect van de euro. Het was vooral informatief.
Grote ontwikkelingen probeerde ik soms met micro-waarnemingen te
verbinden. Of het allemaal tot iets heeft gediend, laat ik graag
aan uw beoordeling over.
Terwijl ik dit stukje schrijf komen de laatste sitraps
binnen. Het betalingsverkeer is voor 97% over op euro. In totaal
hebben de laatste zes weken 190 duizend mensen gebeld over de
eurokit. Zevenendertigduizend mensen belden met andere vragen. Via
e-mail zijn er 9 duizend vragen binnen gekomen. Er zijn bijna 10
duizend brieven ontvangen van mensen die het eurokitje niet konden
afhalen. Van die formidabele aantallen raak ik niet meer
ondersteboven. Ze benadrukken het succes van de euro op een andere
manier. En ook maken ze duidelijk dat er nog wat valt af te
ronden.
Een voorstel voor een groots evaluatieonderzoek passeert vervolgens
het bureau. Omstreeks 1 juli moeten de bevindingen in een symposium
worden gepresenteerd. De voorbereidingen zijn bijna volgens het
boekje gegaan. Zo zal het ook met de afwikkeling gaan. Voor u is de
euro al bijna een vanzelfsprekendheid. Met enkele collega’s ga ik
nog op zoek naar leermomenten. En pas dan ga ik over tot de orde
van de dag…
11 januari 2002