Maandag was een heuse werkdag. Direct na het ontbijt ging ik met Ruud
Elshoff (met dubbel f, excuus voor de keren dat ik het verkeerd deed) naar
SAO. Hij om een blik te werpen op de boekhouding, ik om de eerste dag van de
communicatietraining te verzorgen. In zijn werkkamer treffen we waarnemend
directeur Erroll Pinas, later voegen Bernadette Braaf en
Joyce Lampar zich bij ons. Vervolgens gaan we allebei aan het werk. Hij
op zoek naar de financiele afdeling, ik probeer met Pinas de computer en de
beamer goed op elkaar afgestemd te krijgen. Wil namelijk een filmpje vertonen
van meer dan twintig jaar geleden, met daarin hoofdrollen voor Michiel
Romeijn en Kees Prins, die toen nog bekend moesten worden van
Jiskefet. In dat filmpje, Schade en Schande - gemaakt door
Stephan Steinmetz en Maurits Rietveld - speelt Romeijn een
dubbelrol. In beide gevallen leidt hij een autoschadebedrijf, maar in het ene
geval is het een uiterst chaotisch bedrijf, waarin nauwelijks aandacht bestaat
voor de klant. En in het andere geval is hij zijn tweelingbroer die een uiterst
goed verzorgde indruk maakt. Kees Prins is een commentator die bij iedere
handeling er even tussenspringt en de vraag stelt hoe de - vrouwelijke - klant
zich nu zou voelen. Het filmpje was bedoeld om de medewerkers in het
autoschadebranche ertoe te brengen naar hun werk te kijken met de ogen van de
klant. Om vervolgens uiteraard naar het imago van de ideale tweelingbroer te
gaan werken. Of het succes heeft gehad, destijds, is mij niet bekend. Maar het
kwam mij goed van pas in datgene wat ik wil overdragen. Kijk met de ogen van
klanten, visite en ander bezoek naar binnen. Iedereen kent die reactie bij zich
zelf. Schoonouders komen en plotseling moet de huiskamer, de keuken en het
toilet aan kant. Zelfs als de schoonmaakster komt wordt de rotzooi eerst
presentabel gemaakt, voordat zij mag gaan boenen en schrobben. Die boodschap
werd door het filmpje goed ondersteund.
Vervolgens had ik voor het gezelschap, met het Managementteam mee zo'n
vijftien personen, nog twee andere boodschappen. Communicatie is vooral
luisteren! En vanuit een organisatie is communicatie een 'teamsport'. Je wint
met zijn allen, je verliest met zijn allen. Ik geef dan vaak het voorbeeld dat
ik heb opgepikt uit een managementdag bij Financien, bij Pierre Wind.
De hyperactieve kok is op zich een heerlijk fenomeen, je kunt er van houden of
niet, maar hij zegt hoe dan ook ware dingen. De bordenwasser is de belangrijkste
man is zijn team, zei hij tegen al die managers van Financien. De kok kan nog zo
goed zijn best doen, de gerant kan het eten nog zo vriendelijk en bekwaam
opdienen, de tafel kan uiterst verzorgd zijn gedekt, een aangekoekt restje aan
een bord kan ervoor zorgen dat iemand heeft gegeten en gedronken. En vervolgens
nooit meer terug komt. Ook in dit geval voegde ik er aan toe, dat mijn
vrouwelijke gezinsleden zoiets met toiletten hebben. Geen schoon toilet en ik
krijg ze niet meer aan tafel. En zo breng ik de boodschap van kijk met de ogen
van buiten naar binnen eigenlijk nog een keer.
Uit de discussie die daarop volgde, kon ik afleiden dat de boodschappen waren
aangekomen. Allerlei casussen gingen over tafel. Maar meestal met de vraag
daarop volgend: wat moet je dan doen? Had de indruk dat ik daar wel redelijk
uitkwam. Daarna spitsten we de bijeenkomst toe op de ontwikkeling van een plan
voor de bouw van een dependance op het terrein van Fort Nieuw
Amsterdam. Twee weken geleden was dat plan door het MT - Erroll Pinas,
Bernadette Braaf, Joyce Lapar en de coordinatoren Henri Lo en
Dirk Vliet - ontwikkeld in samenspraak met DWI-er
Niels van Tent. De andere aanwezigen, stafmedewerkers
van SAO, kenden het nog niet. Dat gaf een goede aanleiding om de presentatie die
ze toen ontwikkeld hadden nu voor hen te geven. Voldeden we direct aan een van
de onderdelen ervan: medewerkers erbij betrekken en draagvlak onder hen kweken.
Die presentatie ging goed. Na enkele kritische vragen was de tijd om en besloten
we donderdag morgen het plan concreter in te vullen.
's Avonds was ik de hoofdgast in het Unique theater, met een echte
amfitheaterzaal. Daar heb ik een presentatie gegeven over de kredietcrisis.
Uiteraard vanuit Nederlandse ogen. Had er tenslotte tot mijn overstap op 1
november naar de functie van projectdirecteur Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl
midden in gezeten. probeerde uiteraard lastige politieke klippen te omzeilen,
want was niet meer in functie. Had me voorbereid op de vraag naar de
consequenties van de crisis voor Suriname. Die kwam ook. Loste dat deels op door
de meningen van enkele deskundigen te herhalen en door een oproep het gezond
verstand te gebruiken. Als de hele wereld een recessie vreest, dan kan het haast
niet zo zijn dat sommige landen daar niets van zouden merken. Attendeerde
daarbij ook op voor Suriname belangrijke grondstoffen, waarvan de prijzen de
laatste maanden flink aan het zakken waren, zoals olie en bauxiet. De laatste
vraag was naar de kans op een Derde Wereldoorlog. Daar reageerde ik maar
enigszins optimistisch op door te zeggen dat Bretton Woods I in 1944
was, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, waar de wereldleiders nadachten
over hoe ze een herhaling konden voorkomen van de doorwerking van de beurskrach
van 1929. Bretton Woods II, zoals hier en daar de G20-top van afgelopen weekend
was genoemd, was in ieder geval voor de Derde Wereldoorlog gehouden. Ook uit de
aanpak die wereldwijd was gekozen om de kredietcrisis te smoren, kon worden
afgeleid, dat men waarschijnlijk toch wel zijn lesje had geleerd. Bovendien had
men in Washington afgesproken 'crisisoefeningen' te gaan doen in de financiele
sector en het financiele toezicht. Hoop dat het antwoord de aanwezigen het
gerustgesteld.
Jeroen Sprenger
dinsdag 18 november