Van 10-17 november 2007 bracht ik opnieuw een bezoek aan Suriname. Hoogtepunt
was de heropening van het Medisch Opvoedkundig Bureau in Paramaribo, dat in
eendrachtige samenwerking van de Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling en
Stichting Herstelling een behoorlijke opknapbeurt heeft gekregen.
Van het bezoek heb ik weer een weblog bijgehouden. Hieronder treft u enkele
afrondende waarnemingen en indrukken.
The lessons learned
Vandaag reis ik terug. Het is nu bijna zeven uur in de ochtend, het vliegtuig
gaat pas om 8 uur vanavond, de dag is nog vol, maar nu toch wel het ogenblik om
even terug te blikken. Om me zelf even de vraag te stellen: wat zijn the
lessons learned? En me tegelijkertijd ook de gelegenheid te geven nog
enkele waarnemingen die nu nog geen plaats in het weblog hebben gekregen te
vermelden.
Gaat het goed met Suriname? Komt het ooit goed met Suriname? Vrees dat dit de
vragen zijn die ik thuis het meest gesteld zal krijgen. Ik kan er geen goed
antwoord opgeven. Wat heb ik nu helemaal van Suriname gezien? En wat heb ik nu
helemaal aan rapporten over de stand en de toekomst van Suriname gelezen? Ik
vrees dat ik er met een dergelijk ontwijkend antwoord niet kom. Het gaat beter
met Suriname, beter in vergelijking met de vorige bezoeken die ik hier heb
gebracht. Om enkele waarnemingen onwetenschappelijk op een rijtje te zetten...
Er wordt enorm veel gebouwd, duidelijk zichtbaar. Torarica gaat eind
deze maand zijn uitbreiding openen. Aan de overkant van Torarica wordt nu veel
gesloopt om daar iets toonbaarders neer te zetten dan er nu aan noodgebouwen
stond. Alle hotels, zo melden de kranten, zitten nu boordevol, zoals wij zelf
hebben kunnen ondervinden bij het maken van reserveringen. Verffabriek
Varossieau heeft dit jaar een omzetstijging van 20%, niet in geld, maar
in liters verf. En gaat in 2009 / 2010 een nieuwe fabriek openen met een dubbele
capaciteit. Er rijden nog meer auto's in de straten van Paramaribo dan voor mijn
gevoel eerder het geval was. En zeker geen barrels. Het zijn aanwijzingen dat
het economisch naar omstandigheden goed gaat.
Maar er zijn ook vele schaduwzijden. Wim Kan zei het in de jaren zestig al
over Nederland. Er zijn nog maar twee vraagstukken die ons bezighouden: wat
eten wij vandaag? En waar laat ik mijn auto? Met name die laatste vraag
houdt inmiddels Paramaribo in de ban. In de weekenden kan je in het centrum
nauwelijks over een stoep lopen, want er staan auto's op. Plantsoenen,
grasveldjes, niets is veilig voor een automobilist die een parkeerplaats zoekt.
Arme voetgangers, want denk nu niet dat de nog rijdende automobilisten enig
respect voor diens veiligheid zullen tonen. Wie je ook vraagt, iedereen ziet het
probleem, maar heeft nog niet gehoord dat er wat aan gedaan zal worden. Denk
maar niet, krijg je te horen, dat zolang je gratis kunt parkeren, er iemand ook
maar bereid is 1 Surinaamse dollar te betalen voor een parkeerplaats.
Dat brengt je al snel op het gebrek aan daadkracht van de politiek, van de
overheid. Het aanzien van de politiek is nergens groot, ook in Nederland niet,
maar zo openlijk als het in Suriname wordt geventileerd, is niet prettig om te
horen. In de media krijgt president Venetiaan menigmaal een draai om
zijn oren van het kaliber-Wilders, zal ik maar zeggen. 'Vene de dove',
is daar nog een mild voorbeeld van. En ik geloof niet dat dit allemaal uit de
mond van Bouterse-aanhangers komt. Er is een kabinet met veel ministers, maar er
is er maar een die beslist. Of beter gezegd: niet of anders heel traag beslist.
En dat is de president. Een doorsnee minister schijnt een eigen
beslissingsbevoegdheid te hebben die reikt tot uitgaven van 4000 Surinaamse
dollars, zo'n duizend euro. Plannen die dit bedrag overschrijden behoeven de
instemming van de president. Iedereen is wel eens cynisch over zijn eigen
politici, maar zelden hoor je ook uit direct betrokken kring zo vaak dat het
slechts te doen is om macht, om achterbannen tevreden te houden. Nooit hoor je
dat een besluit in het algemeen belang zou kunnen zijn. Op dit moment bivakkeren
enkele bewoners van een dorp in het binnenland hongerstakend voor de deur van
het presidentieel paleis. Hun grondjes, waar zij een deel van hun eigen voedsel
op verbouwen, zijn zonder enig overleg aan een projectontwikkelaar gegund. De
mensen willen hun grond terug of anders een compensatie. Venetiaan weigert ze te
ontvangen. Als hij het land waarschuwt voor kwalijke ontwikkelingen, die als
gevolg van het proces over de Decembermoorden, dat eind deze maand 25 jaar na
dato eindelijk van start gaat, op gang zouden kunnen komen, dan lacht iedereen
hem uit. Niemand voelt enige dreiging. Doe wat tegen criminaliteit, doe wat
aan het onderwijs, dat is wat kranten op straat oppikken. Vrolijk word je
er niet van. De observatie van iemand, dat een van de ministers binnen zijn
departement alle ambtenaren die niet van dezelfde gemeenschap zijn, aan de kant
schuift en anderen die wel aan dat criterium voldaan op hun plaats zet, maakt
het er niet beter op.
Kortom, komt het ooit goed met Suriname als de overheid, de politiek, zo
weinig waardering en vertrouwen weet af te dwingen? Overal om je heen voel je de
energie van mensen om in hun eigen omgeving zaken aan te pakken. Zolang ze de
overheid er niet bij nodig hebben, komt er ook wel wat van de grond. Maar je
kunt er niet om heen. De brug bij de Jodensavanne zal toch echt door
ingrijpen van de overheid gerepareerd moeten worden. Het parkeer- en
fileprobleem in Paramaribo zal toch echt door de overheid aangepakt moeten
worden. Al jaren zijn de aankomst- en vertrekhal van vliegveld Zanderij
under construction. De kranten schrijven dat de plannen moeten worden
bijgesteld omdat de 20 miljoen euro niet beschikbaar is. Zolang het vliegveld in
staatshanden is, zal de overheid er wat aan moeten doen. Als een enorm groot
deel van de werkende bevolking in dienst is van de overheid, en daar maar een
habbekratsje verdient, zal de regering er toch echt zelf wat aan moeten doen.
Wat betreft het gebruik van de telefoon voor privedoeleinden wordt er nu actie
ondernomen. Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn de telefoonkosten al
met 60% (!) teruggedrukt. De minister laat in de krant weten dat hij denkt dat
het nog verder terug kan. Tegelijkertijd gaat hij 'zijn expertise'
inzetten bij andere departementen. Als je haast niets verdient, dan is bellen op
kosten van de baas natuurlijk aantrekkelijk. Maar dat is nu dus afgelopen. Om
even een indruk te geven van het inkomen: een doorsnee ambtenaar verdient circa
300 Surinaamse dollar per maand, nog geen 100 euro. Om het even in verhouding te
plaatsen: een SAO-medewerkster heeft van haar vader een huis ge-erfd. Dat wordt
nu verhuurd voor circa 300 euro per maand, dat ze deelt met haar moeder. Ze
heeft dus meer inkomsten uit verhuur dan uit arbeid.
De huren en de woningprijzen zijn dus in euro. Maar de Surinaamse dollar is
gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Door het steeds groter wordende
koersverschil is menigeen ertoe over gegaan, zijn vastgoed in euro te prijzen.
Dat betekent dat er nu wat langer gespaard moet worden om iets te kopen. Het
betekent ook dat alle import vanuit het Europese gebied duurder wordt.
Uiteraard zijn er ook lichtpuntjes. De samenwerking van Amsterdam met
Suriname is heel intensief en ook heel waardevol. Heb internationaal
co-ordinator Gerard Pieters daar van de week nog de complimenten voor
gegeven. Gisteren zat ik even aan mijn weblog te werken, komen er drie mensen
van het Amsterdamse Waternet het business centre binnen. Niet vanuit Amsterdam,
maar wel van heel dichtbij, heb ik deze week kennis kunnen maken met
politiefunctionarissen van Holland-Midden en van Utrecht. De Utrechtse
commissaris mevrouw Georgina Acton is hier om te helpen bij het
opzetten van een stelsel van alternatieve straffen. Als het aan ons ligt, gaan
wij erbij helpen. Onder de hoede van SAO zullen dan - in ons jargon -
taakgestraften worden ingezet bij het opknappen van Fort Nieuw
Amsterdam. Er gebeurt dus veel. Van onderhuidse anti-Nederlandse
sentimenten is niets te merken. Maar alles gaat traag, zo traag dat het
beschikbare Nederlandse budget nooit wordt uitgeput. Binnen Buitenlandse Zaken
ligt hier dus een makkelijke bezuinigingsbron.
Het 'kontje' dat we SAO geven, begint steeds meer vruchten af te werpen. De
adviezen komen aan en worden ter harte genomen. Als je beseft wat heel
bescheiden begon met het Nola Hatterman Instituut - overigens niet
bescheiden in zijn impact - waaiert nu aardig uit. Er wordt steeds meer
zichtbaar van wat er kan als je je maar goed concentreert op de kleine
noodzakelijke stappen die moeten worden gezet. De heropening van het MOB
deze week was er een mooi voorbeeld van. Bij de verffabriek kwam even aan
de orde: wat doen al die docenten als ze via Herstelling kans hebben gekregen
zich verder te bekwamen? Gaan ze dan in het bedrijfsleven meer verdienen. We
proberen het met bepaalde clausules in contracten tegen te gaan. Maar of dat
helpt. Ronald Koeman en Henk ten Cate hebben hun contracten
immers ook niet uitgediend.
De kleine regentijd schijnt nu hier te zijn aangebroken. Om het maar even
over iets anders te hebben. Alle dagen hebben we regen gehad. Maar naar verluid
zou dat toch eerder zijn geweest dan voorheen. Ook hier wordt gesproken over
global warming. Voor ons was het wel aangenaam. Het was er niet zo
bloedheet als vorige keren. Alleen tijdens de wandelingen op donderdag en
vrijdag liepen we even in de volle zon. Ik voel het nu aan mijn oorschelpen,
waar de verbranding altijd als eerste toeslaat. Het meegenomen
GroenLinks-petje bood daarvoor geen bescherming. Had van mijn oudste
dochter een strooien hoed gekregen, die ze vanuit Peru had meegenomen, maar hoe
stop je zo'n hoed in de koffer? Volgende keer misschien toch beter daarover
nadenken.
Tot slot nog maar weer eens een opmerking over het feit dat je ver weg van
eigen huis, waar de temperatuur nu toch al vervaarlijk dicht bij het vriespunt
komt, in een land in de tropen bent waar Nederlands wordt gesproken. Dat blijft
toch verwonderlijk. Gisteren deden we op onze boottrip ook even de plantage
Kroonenburg aan. Daar bezochten we een schooltje. Het ABC in
schoonschrift op de borden, boeken op de tafels van Malmberg uit Den
Bosch. Allemaal zo herkenbaar van de eigen lagere schooltijd. Toen er iets
van werd gezegd, riepen de Surinamers in ons gezelschap: de Rijn komt bij
Lobith ons (sic) land binnen, onze (sic) voorouders zijn de Batavieren. Ze
moesten er zelf om lachen. Cultureel natuurlijk helemaal fout. Maar onderwijs,
taal, geven aan dat er een enorme band is tussen Suriname en Nederland. Een band
die vertedert en daarom ook wel lang gekoesterd zal blijven worden. Al zou een
portie extra daadkracht daarbinnen niet misstaan. Met de bescheiden middelen van
Herstelling zullen we daar voorlopig nog wel ons aandeel daaraan leveren.
Jeroen Sprenger
zaterdag 17 november 2007