Morgen gaan we vroeg op pad. De Jodensavanne roept, maar dan moeten
we wel 's ochtends om 7 uur de deur uit. Kans om daarvoor nog aandacht aan het
weblog te wijden is er dan niet, tenzij ik waanzinnig vroeg op sta. Dat vind ik
iets teveel van het goede. Dan liever twee keer op 1 dag iets vertellen.
Gisteravond zijn we thuis gebracht door een Surinaamse horeca-ondernemer, die
aanwezig was bij de presentatie van Wim Schreuders bij de Kamer van
Koophandel. Hij exploiteert een eethuisje aan de rivier, tussen Fort Zeelandia
en de Nationale Assemblee in. Tijdens zo'n kort autoritje krijg je in hoog tempo
een aantal cultureel antroplogische waarnemingen te verstouwen. Zelf ben ik al
langer van mening dat het politieke bestel in Suriname gemodelleerd is naar de
demografische verhoudingen van kort na de Tweede Wereldoorlog. De veranderingen
die zich sindsdien in de bevolkingssamenstelling hebben voorgedaan zie je niet
of nauwelijks terug. Die gedachte krijg ik bevestigd als onze ondernemende
chauffeur zegt, dat hij zich er aan ergert dat hij door Hindoestaanse
landgenoten als Surinamer wordt beschouwd. "We zijn toch allen
Surinamers?", zegt hij met nauwelijks bedwongen opwinding. In de Verenigde
Staten is het onbestaanbaar dat mensen op de arbeidsmarkt worden
gediscrimineerd, zegt hij. Maar in Suriname is het schering en inslag. Vele
bedrijven zijn van top tot teen of Javaans, of Hindoestaans. Creools horen we
hem niet zeggen. In de politiek is het niet anders. Tot zijn ergernis is alleen
de partij van Bouterse gemengd naar etniciteit. We luisteren ademloos
naar zijn analyse. Als je als ondernemer wat wilt, dat is duidelijk, moet je het
niet van de politiek hebben.
Aan het eind van deze middag rijden we met Joyce Lapar,
onderdirecteur van SAO, van de verffabriek Varossieau naar ons hotel. Dan hebben
we weer zo'n waardevol gesprek. Op ons verzoek is ze bereid even een ommetje te
maken over de Brug. Terwijl Wim Schreuders driftig foto's maakt van het
uitzicht over de rivier, vertelt zij over haar ervaringen binnen SAO. Het is
duidelijk dat zij al enigszins werkt overeenkomstig de inzichten die Wim eerder
die dag voor opnieuw een groep enthousiaste mensen heeft verteld over
management. Mensen doen niet wat je zegt, is een stelling van hem,
maar doen wat je doet. Goed voorbeeld doet volgen. Of geeft anders een
goede reden om medewerkers aan te spreken op hun gedrag. Je kunt alleen
jezelf veranderen, is een andere stelling. En als je wilt dat ook anderen
veranderen, dan zul je je eigen invloedssfeer geleidelijk aan moeten vergroten.
Joyce is niet het type dat zich bij een ogenschijnlijk onwrikbare en
uitzichtloze situatie neerlegt. Ze gaat erop af. Ze laat weten wanneer ze ergens
niet van gediend is. En zoekt naar mogelijkheden om mensen aan te spreken op
houding en gedrag. Dat het niet gemakkelijk is, is ook duidelijk.
Zoals ook voortreffelijke vrijetrapspecialisten als Frank de Boer en
Pierre van Hooijdonk elke week op hun specialisme moesten blijven
oefenen, zo moet ook ieder ander in training blijven. Ik kan niet beoordelen of
Joyce veel nieuws heeft gehoord van Wim. Een ding weet ik wel, ze voelt zich
gesterkt door de training van vanochtend. Zoals zeer waarschijnlijk ook wel de
aanwezigen die van andere departementen afkomstig waren. Voor Wim, heb ik zo de
indruk, voelen de twee presentaties als een try out van zijn boek dat
hij aan het schrijven is. Geprikkeld door managementboeken als Hoe word ik
een rat? en enthousiast van boeken over Verbindend Leiderschap van
Harry Aardema, zet hij zijn eigen inzichten uiteen in het boek Hoe
word ik een topper? De essentie van Verbindend Leiderschap vindt zijn
uitdrukking in een kruis, dat zich laat lezen als een dubbele spagaat. In de
kwadranten die geklemd zijn tussen de assen van Intern naar Extern en
van Hard naar Zacht kom je linksonder 'Beheersen &
Regelen' tegen, linksboven 'Stimuleren & samenbrengen',
rechtsboven 'Verkennen & Vernieuwen' en rechtsonder 'Koers
bepalen en presteren'. Iets van de samenhang wordt duidelijk in Wim's
verhaal als hij praat over zijn buurman, die filiaalchef is bij AH.
Diens doelstelling is de beste supermarkt van Houten te zijn, beter dus dan de
C1000. Dat is heel geloofwaardig. Als hij zou zeggen dat zijn
prioriteit ligt bij het welzijn van de cassieres, dan zou iedereen denken, maak
dat de kat wijs. Toch hoor je bij de overheid met enige regelmaat dergelijke
opvattingen. Het collegiaal management gaat voor de output. De
nadruk op het handhaven van regels en procedures staat vaak niet in verhouding
tot het belang van de voor burgers of samenleving werkelijk belangrijke
aangelegenheden. Het no-nonsense boek van hem verdient straks grote aandacht in
de ambtenarij. Zeker niet alleen in Suriname.
Bij de presentatie is ook Marian van Kats aanwezig. Nog even
nakaartend over gisteren bekent ze dat ze het etentje bij de ambassade 's avonds
had gemist. Na afloop van de feestelijkheden en wat opruimwerkzaamheden was ze
huiswaarts gegaan, even op bed wat gaan rusten, maar niet meer tijdig wakker
geworden. Ik kan me er wel een voorstelling bij maken. Zeker als ik besef dat ze
ook in de dagen ervoor flink heeft moeten doorhalen om alles op tijd klaar te
hebben. Het blijft natuurlijk jammer dat je het feestje dat mede ter ere van jou
is georganiseerd, zo misloopt.
De lunch bracht ik door bij Zus&Zo, een eettentje tussen de
Palmentuin en de ambassade in. Daar tref ik onverwacht een oud-collega
van Financien. Hij is zes maanden met vrouw en kinderen op sabbatical. Maar zit
onderwijl niet stil. Er moet nog een evaluatierapport komen over de zogenaamde
technische bijstand, die tot vorig jaar november door Financien aan Suriname is
gegeven. Daar is hij bij betrokken. De lunch zelf is met 'onze tweede
man' in Paramaribo, Harry Verweij. Met hem loop ik enkele
projecten door waarbij Herstelling is betrokken. In het komend voorjaar krijgt
hij een andere post. Hij heeft een voorkeur voor Den Haag of Londen. Maar bij
Buitenlandse Zaken weet je nooit lang van te voeren waar de carrousel stopt.
Het einde van de werkdag is een bezoek aan de verffabriek
Varossieau. Het bedrijf is in handen van SigmaKalon, dat zelf
onlangs is overgenomen door een Amerikaans bedrijf. Als de samenvoeging is
voltooid, is dat de grootste van de wereld, nog voor AkzoNobel. Het
belang van het gesprek zit in het onderzoeken van de mogelijkheid of dit bedrijf
bereid is SAO te helpen bij de ontwikkeling van de schildersopleiding. Directeur
Dwarkasing is daartoe gaarne bereid. Uit onderzoek is hem gebleken dat
90 tot 95% (!) van de klachten over zijn verf een gevolg zijn van het gebrekkige
vakmanschap van de schilders. Dan wil je wel eens nadenken over een goede
vakopleiding. Het is een prettige wetenschap om het weblog vandaag af te
sluiten.
Jeroen Sprenger
14 november 2007 (2)