Het is nu maandagmorgen. Zoals ik gewoon ben, ging de wekker om zes uur. De
radiowekker geeft al knipperend een uur of drie aan. Het bewijs dat de stroom er
vannacht meer dan twee uur af is geweest. Heb er niets van gemerkt, ook niet aan
het regelmatig opstarten van de airconditioning. Begin wat vroeg aan mijn
weblog, want ik heb voor mijn gevoel enige achterstand opgelopen. Wilde
zondagmiddag, tussen de boottocht naar Fort Nieuw Amsterdam en de wandeling door
hartje Paramaribo, mijn weblog bijwerken. Maar het business centre in
Eco Resort was volledig bezet, ook dat van Torarica was in vol
bedrijf en het internetcafe er tegenover is gesloopt. Nu kan ik in alle rust
werken.
Ik ben u nog wat schuldig over de reis naar Paramaribo. Ben door vrouw en
jongste dochter op Schiphol uitgezwaaid. Kreeg van hen de doctoraalscriptie mee
van mijn oudste dochter, De klap van de werkelijkheid, over de stand van
maatschappelijke documentaires in Nederland. Neem de gelegenheid te baat als
mijn reisgenoot Wim Schreuders even verdiept is in enkele magazines
over boten, om het voorwoord, de conclusies en de slotbeschouwing door te nemen.
Druk mijn moeilijk te onderdrukken gevoelens van trots later in het vliegtuig
kort voor de gesm's uitgeschakeld moeten worden, uit in een nuchter smsje naar
haar. Herstelling-fans kennen haar van de documentaire waaraan zij tijdens een
stage bij Tros TweeVandaag heeft gewerkt over de werkzaamheden aan Kamp
Westerbork, begin 2006. Al sms-end begroet ik wethouder Hennah Buijne,
die dinsdag samen met tal van hoogwaardigheidsbekleders het MOB, waaraan
Herstelling ook weer zijn bijdrage heeft geleverd, zal openen. De vlucht kan dan
beginnen. Zelden zo'n rustige trip gehad.
Op Zanderij mogen we in het gevolg van mevrouw Buijne snel langs de douane.
Een nog prettiger bijkomstigheid van mee te mogen reizen in haar gevolg is, dat
we onder politiebegeleiding naar Paramaribo rijden. Enigszins verbazingwekkend
is het overigens wel. De weg tussen het vliegveld en de hoofdstad is vol en
smal, waardoor wagens half de berm in moeten schieten om ons te laten passeren.
En op andere momenten een spookrijder op zich af zien komen. In ons eigen
hotel ontmoeten we Albert van der Lugt en Gerard Lutteken.
Samen gaan we naar De Waag, waar de eerste Parbo Djogo heerlijk smaakt. En we
ons wat later aansluiten bij het gezelschap van mevrouw Buijne. Daarin onder
andere Gerard Pieters, hoofd Internationale Betrekkingen van Amsterdam,
en de DMO-medewerkers Tim Muller, Judith van Schaik en
Errol Fortuin. Tim had ik al eerder namens DMO in Paramaribo ontmoet.
Het Italiaanse eten was lekker, maar de ambiance als geheel kon de vermoeidheid
niet helemaal wegdrukken. Tegen twaalven, in Nederland vier uur 's nachts, zocht
ik mijn hotelkamer maar op.
Zondag was het vroeg aan de bak. Om acht uur ontbijt en briefing. Wim,
Gerard, Albert en ik namen het programma van het werkbezoek nog even door. Om
tien uur worden we verwacht op Fort Zeelandia, waar directeur Laddy van
Putten en zijn adjunct-directeur Hannah ons opwachten. Bij ons
gezelschap hebben zich dan gevoegd Jaap Hulscher van Stadsherstel
Amsterdam en Erik Schilp. Met beiden hebben we eerder dit jaar
Paramaribo bezocht. Zelf hebben ze enkele contacten die toen zijn verkend,
verder uitgewerkt. Het ziet ernaar dat als gevolg daarvan mooie plannen met
betrekking tot Fort Nieuw Amsterdam een kans kunnen krijgen. De grote wens van
Erik dat Fort Nieuw Amsterdam allereerst verzelfstandigd zou moeten worden,
lijkt begin 2008 in vervulling te gaan.
Bij Fort Zeelandia zijn ook de Herstelling-werkmeesters Theo Zuiddam,
Simon Hoogendoorn en Ton Kolsteren aanwezig. Theo heeft stevig
meegeholpen aan de afronding van de verbouwing van het MOB, Simon geeft deze
dagen een lascursus aan medewerkers van SAO en Ton een
communicatievaardigheidscursus. Teach the teachers. De rondleiding door het
museum, met uiteraard een blik op de kogelgaten in bastion Veere, waar de
decembermoorden zouden hebben plaatsgehad, eindigt op de binnenplaats, waar we
kijken naar het straatwerk. Dat behoeft een stevige opknapbeurt. Ook daar wil
Herstelling wat aan doen. De verschillende delegatieleden steken in de nazit hun
bewondering voor adjunct-directrice Hannah niet onder stoelen of banken. Met
slechts 4000 euro overheidssubsidie en gelden uit de entree en de verkoop van
wat museumartikelen houdt ze de boel overeind.
De volgende etappe is naar Fort Nieuw Amsterdam. De zon heeft dan
plaatsgemaakt voor straffe regenbuien, die aardig naar binnen waaien. De voor 9
passagiers behoorlijk grote boot, blijkt om ons allen droog te houden dan
nauwelijks groot genoeg. Op het Fort aangekomen is het praktisch droog. Erik en
Jaap nemen dan het heft in het handen. Ze wijzen enerzijds op de desolate
toestand van tal van dingen. Maar geven anderzijds de potentie aan van het Fort.
Onder een strakke leiding en met een goede planning moet er binnen drie jaar
iets moois van te maken zijn. De verzelfstandig van het Fort, dat wil zeggen de
invloed van de overheid op afstand plaatsen, is daarvoor een belangrijke
voorwaarde. In januari zal het, zoals het er nu naar uit ziet, zo ver zijn. Bij
een op 1 man na lege barruimte wordt er snel geevalueerd onder het motto onder
welk gesternte kan deze vogel gaan vliegen? Suggesties vliegen over en weer. Ik
zal u er nu niet mee vermoeien. Maar nog voor het eind van het jaar gaan we daar
in Amsterdam, als het een beetje wil, knopen over door hakken. Er is in ieder
gewerkt op deze zondag.
Aan het eind van de middag melden we ons bij Fort Zeelandia waar de architect
Philip Dikland ons meeneemt voor een wandeling in hartje Paramaribo.
Hij blijkt enthousiast te kunnen vertellen over het Fort en over andere panden
in de stad. Zijn kennis heeft hij niet alleen van horen zeggen. Hij is betrokken
geweest bij de restauratie van Fort Zeelandia in 1995 en bij tal van andere
panden. Binnenkort gaat hij aan de slag met de twee oude overheidsgebouwen
achter het ministerie van Financien, aan het Onafhankelijkheidsplein. Daarnaast
is hij lid van een commissie die de renovatieplannen van historische panden
beoordeeld. Hij attendeert op het verschil in benadering van het onderhoud.
Particulieren doen elke anderhalf a twee jaar aan onderhoud. Ze zagen met een
zaag met een korte tand. De overheid zaagt met een grote tand, doet elke twintig
jaar aan onderhoud. Begin dit jaar, tijdens het bezoek in januari, zijn we langs
een aantal van dezelfde panden gegaan onder leiding van mevrouw Cynthia
MacLeod. Zij was meer geinteresseerd in wat zich in die panden moet hebben
afgespeeld. Philip wijst vooral op de verschillen in architectuur. Zo zien we
veel nadrukkelijker de heel grote ijzeren bakken aan de gevels en de zijmuren
waarin de airconditioning zit. Philip kan daar heerlijk nuchter over doen. "Het
zou zoveel beter zijn als de airconditioning op 26 graden zou staan, dan op 22
zoals nu het geval zijn. Dat zou voor het behoud veel beter zijn. Maar als
architect kan ik het natuurlijk niet erg vinden".
In het eethuisje SurIndo eten we wat. Ik blader dan even het rapportje door
dat Philip heeft gemaakt over de verbouwing van de Elisabeth I- school.
Van de week gaan we daarover met de bisschop praten. Het oogt
veelbelovend.
Jeroen Sprenger
maandag 12 november