Mevrouw Venetiaan en Verbindend Leiderschap

Met het weblog heb ik een dagje overgeslagen. Excuses daarvoor. Het was gisteren de drukste dag van het werkbezoek en als gevolg daarvan heb ik geen tijd gevonden iets te schrijven. Moest dinsdagochtend vroeg namelijk eerst de verbindende teksten schrijven voor mijn ceremoniemeesterschap bij de heropening van het Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB). Dat durfde ik niet aan een computer in het business centre van Eco Resort te doen, want de printer deed het eerder niet. Was als de dood dat ik alles eenmaal goed af hebbende, ik zonder resultaat zou zitten. Heb het daarom maar weer met de hand uitgeschreven. Maar laat ik proberen de gebeurtenissen toch enigszins in chronologische volgorde voor u uiteen te zetten.

Maandagochtend hebben we eerst met de grote Amsterdamse delegatie onder leiding van mevrouw Hennah Buijne een bezoek gebracht aan de Nederlandse ambassade, waar we werden ontvangen door de ambassadeur, mevrouw Tanja van Gool. Naar aanleiding van de verschillende onderdelen van ons bezoek kwam een verscheidenheid aan onderwerpen naar boven. Ik proefde enige bewondering toen de wethouder Herstelling een echte doe-club noemde en in het verlengde daarvan preludeerde op een mogelijk vervolg-project van ons, de renovatie van de Elisabeth I kleuterschool. "Als katholiek meisje liep ik jarenlang trots door de Gravenstraat langs al die prachtige gebouwen. Als ik er nu langs loop krijg ik tranen in de ogen. Ben erg blij dat die school gaat worden aangepakt".

Even later lopen we naar die school. Op een binnenplein, achter het bisschoppelijk paleis, spelen op dat moment zo'n 400 kinderen, leerlingen van de verschillende scholen die daar zijn gevestigd. We werpen een snelle blik in de drie lokalen die de Elisabeth I- school rijk is. Met zijn Sinterklaasstem stelt Albert van der Lugt enkele vragen aan de kinderen. Vraag me af hoe dat overkomt. Helder is dat er veel aan de lokalen valt op te knappen. Met Bisschop De Bekker spreken we de verschillende aspecten van een eventuele verbouwing door. Hij is nu drie jaar in functie, maar al ruim 30 jaar in Suriname. Met zijn medewerkers heeft hij een indrukwekkend herstelprogramma opgesteld van alle gebouwen die onder het beheer van de Roomskatholieke Kerk vallen. De restauratie van de kathedraal is daarvan het omvangrijkste. Volgend jaar Kerstmis is de heropening ervan gepland. We vragen hem of dat gaat lukken. Na enig aarzelen zegt hij: "Ik heb een groot geloof, maar ook zo mijn twijfels". Probeer hem wat op te beuren met "het geloof overwint alles". Bedenk later dat het niet de juiste parafrase is. Liefde overwint alles...

Met zijn toestemming mogen we, dat zijn Albert, Wim Schreuders en ik, even in de kathedraal zelf kijken. Die is nu voor het gewone publiek afgesloten. Een groot hek met een ketting erom moet de mensen tegenhouden. De uitvoerder heeft er echter geen bezwaar tegen dat we even binnen kijken, als we maar een helm op zetten. Binnen zijn enkele steigerbouwers bezig, verder zijn er geen mensen. De vloer ligt er voor driekwart uit, waardoor de bakstenen fundering zichtbaar is. Voorzichtig lopen we langs de zijkant naar voren, naar het altaar. Daar zijn duidelijke vorderingen zichtbaar. Maar verder is het helder dat er nog veel moet gebeuren. Een crucifix hangt als enig heiligenbeeld eenzaam aan het plafond, vol vertrouwen wachtend op de voltooiing van de restauratie. De uitvoerder, die zijn opleiding aan een HTS in Amsterdam heeft gehad, maakt ons duidelijk dat dat nog wel even kan duren. De bouw ligt eigenlijk stil. Een voor de totale constructie belangrijke houten kolom is zodanig vermolmd dat hij moet worden vervangen. Maar de Italiaanse architect, die vanuit zijn land supervisie probeert te houden, wil daar nog niet aan. Die denkt aan een manier om de kolom uit te hollen en dan met kunststof van binnenuit te versterken. Om zo nog iets van de oude buitenkant, iets authentieks, te kunnen behouden. De staat van verrotting is echter zodanig dat er geen vlees meer op zit, zo verklaren de bouwkundigen in mijn gezelschap de situatie. Er is niets meer te conserveren. Dan werkt die aanpak niet. "Per email kun je niet bouwen", zo klaagt de uitvoerder zijn nood. En geeft daarmee ook een verklaring voor de twijfels van de bisschop. Lang leve de Europese aanbesteding die de opdracht in Italie heeft doen belanden, zo denk ik er het mijne van, en niet in Suriname zelf. Philip Dikland had net achter het net gevist, maar zou er wel bovenop hebben gezeten.

De volgende stop is SAO. Het terrein ziet er, in vergelijking met vorige bezoeken, enorm opgeknapt uit. Binnen de mogelijkheden van de Stichting heeft men erg zijn best gedaan de zaak toonbaar te maken. In een gesprekje met Errol Pinas, de waarnemend directeur, mevrouw Joyce Lapar, de onderdirecteur, en mevrouw Bernadette Emanuels-Braaf, de voorganger van Pinas en in het bijzonder met het oog op de verschillende projecten teruggehaald, praten we over de ontwikkelingen van SAO. Onder meer over de contacten met het bedrijfsleven. Die zijn beter dan ooit, maar tot hun verdriet hebben ze de verzorging van een lastraining voor Billiton niet verworven. De opleidingsruimten zouden niet aan hun veiligheidseisen voldoenn. Als we later met Simon Hoogstraten, die daar een lastraining verzorgt voor de lasdocenten, door het lokaal lopen, denken we de opmerkingen van Billiton wel te kunnen begrijpen. Het advies van Simon is simpel en doelgericht. "Laat de electro-afdeling het lokaal eens goed onder handen nemen".

Voordat we naar het hotel teruggaan, rijden we nog even naar het MOB om even de stand van zaken door te nemen. Het is een verschil van dag en nacht. Alles ziet er picobello uit, schoon, strak in de lak. Ik werp nog een extra blik in de toilet- en doucheruimten en stel met tevredenheid dat aan alle hygiene-eisen wordt voldaan. Marian van Kats, het hoofd van het MOB, is er zichtbaar blij mee. Al heeft ze nog zorgen over de dag van morgen, de officiele opening. Samen nemen we nog even het programma door. Een minister wil niet spreken, de andere wil pas na de Amsterdamse wethouder. We passen het allemaal in. Tot mijn verrassing blijkt de vrouw van president Venetiaan de voorganger van Marian te zijn als hoofd van het MOB... Nadat we weg zijn is er een enorme stortbui. Later horen we via de radio dat het dak van het Diaconessenziekenhuis is afgewaaid. De gevolgen voor het MOB zijn gelukkig minder dramatisch. Wel staat het terrein voor het MOB grotendeels blank. Met behulp van leermeester Theo Zuiddam wordt er zodaig aan gewerkt dat de volgende ochtend iedereen droog over kan.

Mij is de eer gegund als ceremoniemeester de aanwezigen door het programma te loodsen. Gelukkig houden de sprekers zich bijna allen aan de toegemeten spreektijd, dus erg moeilijk is het niet. Mevrouw Liesbeth Venetiaan-Vanenburg spreekt als laatste. Ondeugend zegt ze, als ze een beroep doet op de aanwezige ministers om het moeilijke bestaan van MOB wat aangenamer te maken: "Marian, heb ik het zo goed gezegd?" Na haar toespraak mag ze samen met Hennah Buijne de openingshandeling verrichten, het openschuiven van twee enorme papieren gordijnen die door pupillen van MOB zijn beschilderd. Daarna wordt ze door Marian van Kats door de nieuwe ruimtes rondgeleid. 's Middags zien we daarvan een foto op de voorpagina van De West. Onderweg onderhoudt mevrouw Venetiaan zich met de SAO-jongens die aan de verbouwing hebben meegewerkt, en met de werkmeesters Henri Lo en Theo Zuiddam. Zij gaat voor in het applaus van de andere aanwezigen voor hen. Ze is een moeder des vaderlands zoals ieder land zich zou wensen.

Het vervolg van het openingsprogramma voorziet in een mini-seminar over de jeugdproblematiek in Suriname en Amsterdam. De verschillende aspecten daarvan worden daarin belicht. Essentieel wordt ervaren dat de nadruk niet uitsluitend moet worden gelegd op de problematiek, maar juist op de kansen die jongeren onder alle omstandigheden nog hebben. Kansen als bijvoorbeeld door het MOB tijdig tekortkomingen of afwijkingen kunnen worden gesignaleerd, of als binnen het onderwijs de nadruk van methode wordt verlegd naar meer individuele aandacht voor het kind. Alles om te voorkomen dat de kinderen veel te vroeg met justitie in aanraking komen. Al kan dan een alternatieve strafoplegging voorkomen dat het van kwaad tot erger gaat. Ook daar weet Herstelling veel van.

In het programma is na het openingsgebeuren voorzien in een bezoek aan het SAO, een lunch met minister Amarello-Williams, de minister van Arbeid, Technologie en Milieu en een gesprek met Stephen Fokke en Stanley Sidoel, op het kantoor van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES). Op dat gesprek kom ik later deze week nog wel terug.

De dag eindigt met een presentatie van Wim Schreuders, in Amsterdam directeur van de Dienst Werk en Inkomen, dat zich het makkelijkst laat duiden als de Sociale Dienst. Voor een vol zaaltje van ondernemers bij de Kamer van Koophandel vertelt hij op basis van zijn eigen ervaring over Verbindend Leiderschap. Ik mag hem inleiden. Memoreer zijn ervaring bij de Belastingdienst, als zelfstandig management consultant en nu dan als directeur DWI. Ook vervlecht ik wat observaties van het huidige werkbezoek erin. Zoals zijn opvatting dat een manager wel degelijk iets moet weten van het primaire proces waarover hij manager is. En dat hij over een breed terrein wat weet, over de bouw - zoals hij liet merken bij het bezoek aan de kathedraal - over autotechniek en lassen - zoals hij liet zien in de instructielokalen van SAO. En dan had ik het nog niet eens over zijn passies varen en busbesturen. Een manager dus van vele markten thuis.

Met zijn gedreven presentatie weet hij de aanwezigen stevig te boeien. Dat blijkt uit de interrupties van enkelen, maar ook uit de lichaamstaal van anderen. Wat heel prettig is voor mij als de gespreksleider, is dat de aanwezigen onderling met elkaar in discussie gaan. Het was een goede opwarmer alles bij elkaar voor de presentatie die hij deze ochtend gaat doen. Zelfde onderwerp, maar ander publiek. Nu geen ondernemers maar voornamelijk overheidsfucntionarissen.

Jeroen Sprenger
woensdag 14 november 2007


 
 
Laatst gewijzigd: 10-1-2009