De belangrijkste dag, woensdag, was nog lang niet af na afronding van het
weblog. de presentatie voor de Rotary moest nog volgen. De sheets zijn hierbij gevoegd. Over de inhoud zal ik dus
niet veel vertellen. De presentatie was in het Krasnapolski Hotel. Dat bracht me
weer in herinnering dat ik meer dan 30 jaar geleden een studiebeurs van de
Rotary Foundation heb gehad om een jaar Industrial Relations aan de
London School of Economics te studeren. Dat was op voordracht van de
club in Amsterdam, die toevallig ook in het Krasnapolski Hotel bijeenkwam. De
Rotary omgeving is me dus niet helemaal onbekend. Destijds konden vrouwen nog
geen lid worden, nu is dat in Paramaribo wel het geval. Ik feliciteer de
toehoorders met de vooruitgang die in dit opzicht is gemaakt. Begrijp later dat
het nog niet overal de regel is.
De toehoorders zijn belangrijke mensen uit het Surinaams bedrijfsleven. Stel
me voor dat mijn opvattingen over publiek-private samenwerking er bij hen ingaan
als Gods water in een ouderling. Krijg na afloop van een der leden een prachtig
certificaat. Ik zie daarin een aardige brug naar de miniconferentie 's ochtends
waar certificering een belangrijk issue was.
Na afloop rijd ik met Harry Verweij mee naar zijn huis, waar een
netwerkbijeenkomst is. Enkele van onze counterparts zijn er, mensen uit het
bedrijfsleven, maar ook mevrouw Cynthia McLeod. Meld haar dat ik haar naam heb
misbruikt in mijn presentatie voor de Rotary. Geloof niet dat ze het een
probleem vond.
Na de eerste buffetronde gaan we in discussie. We blijven natuurlijk
calvinisten, er mag geen stukje van de dag onbenut blijven. Mag zelf de aftrap
geven, maar daag vervolgens de anderen uit het stokje over te nemen. Een
geanimeerde discussie volgt, waarin bijna iedereen participeert. Vele goede
suggesties passeren de revue. Hoe concreter ze werden des te cynischer wordt met
over het aandeel van de politiek in het geheel. Als Nederlands rijksambtenaar
kan ik daar natuurlijk niet in meegaan. Een armlastige overheid hoeft niet per
definitie een machteloze overheid te zijn, herhaal ik mijn boodschap van de
Rotary presentatie. Bovendien is het natuurlijk volstrekt ongepast me hoe dan
ook een oordeel aan te matigen over de overheid van een ander land. De discussie
laat zich, net als 's ochtends moeilijk samenvatten. Ik geef maar aan dat het
niet direct gaat om het nemen van besluiten, maar om een vorm van
konzertierter Aktion in de beste traditie van de gereformeerde
interpretatie van het poldermodel, de soevereiniteit in eigen kring. Je probeert
tot een gezamenlijke visie te komen, waarbinnen ieder naar zijn eigen
verantwoordelijkheid handelt. Ook geef ik het voorbeeld van de structuur van de
wetenschappelijke revolutie. Als er nieuwe paradigmata zich aandienen kunnen er
plotseling heel andere inzichten ontstaan over de aanpak van oude vraagstukken.
Handelen in de geest van publiek-private samenwerking, meer ruimte geven aan het
bedrijfsleven bijvoorbeeld om zich te ontfermen over delen van het cultureel
erfgoed, kan zo'n nieuwe paradigma zijn. Dan ga je heel anders aan kijken naar
het onderhoud en beheer van monumenten en bijvoorbeeld van een attractiepark als
Fort Nieuw Amsterdam.
Na enig tijdverslindend gedoe rondom de afrekening van eerdere taxiritten met
onze chauffeurs, nemen we op het terras van de receptie van Eco Resort nog een
afzakkertje. Sabine Gimbrere, een OCW-ambtenaar met wie we een vorige
gelegenheid al in Suriname op pad zijn geweest, lopen we daar tegen het lijf. Ze
is met enige vertraging in Paramaribo aangekomen en zal een deel van ons
programma mee maken.
Na
het ontbijt vanochtend ga ik naar de kathedraal. Albert van der Lugt en Peter
Dautzenberg gaan mee. Daar zie ik Piet van Hest weer, samen met Erik Veldhoen en
hun beider vrouwen. Voor de deur zit een oude Surinaamse man, die zich als het
gezelschap compleet is, ontpopt als een vitale, erudiete man. Het is meneer
Groenhart. Hij leidt ons rond in de kerk. Zijn kinderen, zegt hij, zijn gedoopt
in de Amsterdamse kerk Willibrordus-buiten-de-veste, de katholieke kerk van de
Pijp, die al vele jaren geleden tot veler verdriet plaats heeft gemaakt voor het
verzorgingshuis Tabitha. In dezelfde kerk is mijn moeder gevormd. Dat schept een
band. Hij attendeert ons op de nog aanwezige Joodse elementen, waar Cynthia
McLeod ons al op had voorbereid. Met vereende krachten tillen we het deksel van
de doopvont. Hij steekt zijn hoofd eronder en tot onze verbazing zegt hij, u
kunt het nu loslaten. Het deksel blijkt door een katrol hoog gehouden te worden.
Daarna lopen we door de kerk. Hij attendeert ons op het verwoestende werk van de
boktorren, die grote delen van het houtwerk hebben weggevreten. Als het stil is
kan je ze horen vreten, zegt hij. Erik Veldhoen wijst op de steiger die de kerk
dwars door midden deelt. Die staat er al sinds 1980, sinds hij weg is uit
Paramaribo. Zolang wacht de kerk al op zijn grote opknapbeurt. Aan de andere
kant van de steiger, tegen het altaar aan ligt het graf van Petrus - voor intime
Peerke - Donders, de Tilburgse missionaris. Zondag is het 120 jaar geleden dat
hij is overleden. Het graf zal dan worden schoongemaakt en er zal een kleine
processie zijn te zijner nagedachtenis.
Enkele helden en heldinnen gaan de 99 steile treden naar de top van de toren.
Zelf haak ik halverwege af. Niet zozeer de verdere klim naar boven als wel het
vooruitzicht van de tocht naar beneden benauwde me. Gaf me even de gelegenheid
enkele aantekeningen te maken van het
verhaal dat Groenhart ons heeft verteld. En over de restauratie die maandag
dan toch echt zou moeten beginnen. Deze week gaan de kerkbanken eruit en dan kan
een hoge rolsteiger erin. Onder regie van de Italiaanse architect Gennaro
Tampone mag bouwbedrijf Remas de restauratie van het bouwwerk van Frans Harmens
ter hand nemen. De bisschop van Suriname vond aanvankelijk de plannen van
Harmens iets te groots. Hij heeft daarom eerst in Menzo Coronie een soort van
prototype gebouwd. Het doet me denken aan de St Pieter in Oudenbosch, die eerst
in Vaticaanstad moest worden gebouwd :-)
Rondom de lunch bij SGES maak ik kennis met Ron van Oers, een Nederlandse
medewerker van UNESCO. Hij loopt met Stephan Fokkee het programma voor het
werelderfgoed in Suriname langs. Op tafel liggen twee kranten met berichten over
de opening van de SGES-website
die we maandag hebben gelanceerd en een ander met een verhaal over de
samenwerking tussen het Nola Hatterman Instituut en de Rietveld Academie in
Amsterdam. Vrijdag hadden we directeur Tijmen van Grootheest daar al tegen het
lijf gelopen. Met de berichten gisteren op radio en televisie over de overdracht
van het gereedschap en de miniconferentie over opleiding naar de arbeidsmarkt,
hebben we weer aardig weten te scoren. Vroeger zeiden we binnen de vakbeweging
al tegen elkaar: als je staking niet op tv komt, dan heeft hij niet plaatsgehad.
Het was voor het eerst, begreep ik, dat SAO in de 25 jaar van zijn bestaan op de
televisie was!
Tijdens de lunch komt Gerard Lutteken binnen met een tevreden blik op zijn
gezicht. SAO en DWI hebben met enige omlijsting hun samenwerkingsovereenkomst
getekend. Dat kan gaan betekenen dat SAO invulling kan gaan geven aan de
intentie om een onderhoudsopleiding te beginnen. Eerste oefenobject moet zijn de
omgeving van het Nola Hatterman Instituut en het schuin er tegenover liggende
kantoor van de SGES. We gaan het allemaal volgen.
Erik Schilp heeft een gesprek gehad over samenwerking met de directie Cultuur
over de aanpak van Fort Nieuw Amsterdam. Jaap Hulscher gaat vanavond de Kamer
van Koophandel warm proberen te krijgen voor een private opzet van een soort
Stadsherstel Paramaribo. Wij gaan mee als morele ondersteuning.
Jeroen Sprenger
woensdag 10 januari 2007