Het is nu half zeven, donderdag 4 januari. Over drie uur word ik opgehaald
door Albert van der Lugt om samen naar Schiphol te reizen. Voordat ik mijn
koffers ga pakken lijkt het me zinvol even de verbindingen te controleren.
Bijvoorbeeld werkt het weblog weer als vanouds. Het past bij de voorbereiding
van de reis, die even doortimmerd is als voorheen, maar die voor mij persoonlijk
nog weer wat intensiever is geweest dan in februari en oktober 2005.
De succesvolle voorgaande trips, met de heropening van het Nola Hatterman
Instituut in oktober 2005 als magistraal hoogtepunt, hebben naar meer gesmaakt.
Niet alleen aan onze kant, maar aan de Surinaamse kant. Midden vorig jaar is een
Surinaamse delegatie naar Amsterdam gekomen. En toen zijn er contacten gelegd
met onder meer Stadsherstel, met het Zuiderzeemuseum, met de Amsterdamse
Diensten Werk en Inkomen (DWI) en Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). Het komt
er nu op aan deze contacten te verzilveren en hopelijk de basis te leggen voor
blijvende relaties tussen de Amsterdamse instellingen en hun Surinaamse
tegenhangers.
Op 7 december zijn we met de delegatie bij elkaar geweest om eerst maar eens
onderling kennis te maken. Jaap Hulscher, adjunct-directeur van Stadsherstel,
was onze gastheer in zijn kantoor in de Amstelkerk. Naast hem waren er Eric
Schild, de directeur van het Zuiderzeemuseum, Tim Muller, hoofd van de
DMO-afdeling Service, Projecten en Advies, de architect Peter Dautzenberg als
vertegenwoordiger van de afdeling Bouwkunde, Civiele Techniek en Bouwtechnische
Besdrijfskunde van de Hogeschool van Amsterdam en Coen van de Louw,
adjunct-directeur van DWI. Michel Kanters, DMO-directeur, was afwezig. Van de
kant van Herstelling waren naast mij Gerard Lutteken en Albert van der Lugt
aanwezig. Met elkaar hebben we het programma op hoofdlijnen doorgenomen en
allerlei aanvullende wensen besproken.
De week erna zijn de kwartiermakers Van der Lugt en Lutteken naar Suriname
vooruitgereisd en hebben daar het programma met onze counterparts nader
ingevuld. Hun bevindingen heb ik samen met Gerard Pieters van het Bureau
Internationale Zaken van het gemeentehuis op 21 december in een donker maar
luidruchtig cafe Hesp besproken. Voornemens en verstandige tips zijn daar nog
eens doorgenomen.
Op 2 januari hebben Van der Lugt, Lutteken en ik nog even een laatste
gesprek. Tegelijkertijd leggen we de basis voor weer nieuwe internationale
activiteiten van Herstelling. De aandacht gaat daarbij uit naar Ghana. Ook daar
zijn van oorsprong Nederlandse forten, het is dit jaar het Michiel de Ruyterjaar
en het is een halve eeuw geleden dat Ghana onafhankelijk werd. Kortom,
aanleidingen genoeg om ook daar actief te worden. We lunchen met Jan Schuller en
Peter van der Aa, oude bekenden van ons. Jan Schuller was van 1985 tot 1993
voorzitter van de Bouw- en Houtbond FNV en Peter van der Aa is daar nog steeds
werkzaam als redacteur van het bondsblad. Beiden hebben inmiddels een langjarige
relatie met de Ghanese vakbeweging. Met behulp van middelen van de Nederlandse
bouwnijverheid zijn ze erin geslaagd enkele schooltjes te bouwen in het dorp
Afranse. De basis voor deze succesvolle samenwerking is in 1993 gelegd via een
geldinzameling onder afdelingen van de Bouw- en Houtbond bij het afscheid van
Schuller. Tijdens de lunch bespreken we de mogelijkheden voor samenwerking
tussen onze projecten. Schuller en Van der Aa concentreren zich nu op de bouw
van de Kofi Annanschool. Ze hopen
de oud-VN-chef zo ver te krijgen dat tezijnertijd in persoon te openen. Maar de
verdere toekomst is nog een punt van intensief overleg. Naar verwachting zal er
in april een Ghanese delegatie naar Nederland komen. Die zal ook een bezoek aan
de forten van Herstelling brengen. Dan zullen we verder praten.
Het nieuws van zeven uur is net geweest. De grote onthulling is de plaats van
de onderhandelingen over de kabinetsformatie, ergens in de buurt van Drachten.
Zal de komende dagen de formatie van een grote afstand moeten volgen. Zo word je
iedere keer heen en weer geslingerd tussen de hoofdpunten van je eigen
belangstelling. Maar de komende dagen focus ik op Paramaribo. Over de formatie
kan ik wel veel praten, maar weinig aan doen. In Suriname ligt dat de komende
week anders.
Jeroen Sprenger