U bent hier
De kleine wereld van
Een pikant conflict tussen IVV en ICV
http://www.jeroensprenger.nl/een-pikant-conflict-tussen-ivv-en-icv.html

© 2013 De kleine wereld van

Een pikant conflict tussen IVV en ICV

In 2006 zijn het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) en het Wereldverbond van de Arbeid (WVA) met elkaar gefuseerd. Hun voorlopers hadden na de Eerste en na de Tweede Wereldoorlog enkele conflicten waarin de Nederlandse vakcentrales een hoofdrol speelden. Het ging daarbij om de vertegenwoordiging bij de Internationale Arbeidsorganisatie.

Direct na de Eerste Wereldoorlog worden het Internationaal Christelijk Vakverbond (ICV) en het Internationaal Verbond van Vakverenigingen (IVV) heropgericht. Anders dan daarvoor is er geen leidende rol gegund aan de Duitse en de Franse vertegenwoordigers. Zwitserland en Nederland die beiden neutraal zijn gebleven nemen de leiding. Zo wordt Piet Serrarens, buitenland secretaris van de katholieke vakcentrale, en Jan Oudegeest, voorzitter van het NVV, secretaris van respectievelijk het ICV en het IVV. In dezelfde periode wordt in samenhang met de Volkerenbond de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) opgericht. De ILO kent jaarlijkse vergaderingen waar landendelegaties bestaande uit overheids-, werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers aan deelnemen. Het conflict gaat in Nederland om de vertegenwoordiging namens de vakbeweging. Minister Aalberse meent in 1919 dat hij die rol moet gunnen aan het NVV, omdat die vakcentrale veruit de grootste is. Hoezeer hij – en ook het kabinet als geheel – het liefst een katholiek zou hebben aangewezen. De tweede ILO-vergadering in 1920 gaat over zeelieden. Er bestaat overeenstemming over dat Jan Brautigam, de voorzitter van de Centrale Bond van Transportarbeiders, de meest aangewezen persoon. Een jaar later, in 1921, wil Aalberse na tweemaal een NVV-er te hebben afgevaardigd, zijn ‘leerling’ Serrarens in de delegatie opnemen. Dat is tegen het zere been van het NVV en het IVV. Oudegeest, NVV-voorzitter en IVV-secretaris, dreigt alle afgevaardigden die bij het IVV zijn aangesloten terug te trekken. ‘De facto’ wordt besloten Serrarens toch als eerste vertegenwoordiger te zenden en tegelijkertijd het conflict voor te leggen aan het Internationale Hof van Justitie in Den Haag dat net is opgericht. Op 22 juni 1922 wordt uitspraak gedaan in het eerste conflict dat aan het Hof is voorgelegd. “Wenn es also in einem Lande mehrere Berufsverbande gibt, welche die Arbeiterklasse vertreten, werden alle van der Regierung in Betracht gezogen werden müssen, wenn sie daran geht, den Arbeiterdelegierte und seine technische Ratgeber zu bezeichnen.” Het ICV heeft daarmee gewonnen. De confessionele vakbeweging vertegenwoordigt Nederland vanaf dat moment eens in de drie jaar, het NVV de andere twee keer.

Serrarens komt na de Tweede Wereldoorlog weer in conflict met het IV(V)V. In 1948 wordt hij gekozen tot lid van de Raad van Beheer van de ILO. De IVVV-ers onder leiding van NVV-leider Ad Vermeulen weten hem echter te wippen. Aanleiding is de opvatting van de Nederlandse bisschoppen over het NVV. In 1946 hadden die laten weten dat het lid zijn van het NVV voor katholieken is verboden op straffe van het onthouden van de sacramenten en dat is volgens Vermeulen in strijd met tal van resoluties die door de ILO zijn aangenomen. Na drie stemmingen wordt Serrarens vervangen door Vermeulen. Het gebeuren in Genève mist zijn uitwerking op de samenwerking binnen de Raad van Vakcentrales niet, maar verandert echter weinig aan het besluit.