Inleiding
In september 1946 - kort na zijn huwelijk met Marie Hogenhout - treedt Willem Sprenger in dienst van de Volkskrant. Hij werkt dan bij het Gewestelijk Arbeidsbureau, maar zocht intensief naar een betrekking in de journalistiek. De eerste stappen daarin had hij gezet bij De Tijd (1932-1939) en bij Wierings Weekblad (1939-1944). Binnen de verkennerij, waarin hij naast zijn werk vele jaren actief is en opklimt tot Oûbaas van de Voortrekkers van de Engelbert Dolfusz Groep, grijpt hij ook de mogelijkheden aan om journalistiek bezig te zijn. Het familiearchief is hier echter onvolledig. Na een toetsing door de Commissie voor de perszuivering blijkt er geen bezwaar te bestaan tegen het vervullen van redactionele werkzaamheden voor de Volkskrant.
De eerste jaren bij de Volkskrant volgt hij de roerige Amsterdamse gemeentepolitiek ten tijde van de opkomst van de Koude Oorlog. Als raadsverslaggever is hij in 1948 aanwezig als de CPN-wethouders Leen Seegers en Ben Polak door politieagenten met getrokken revolver worden gedwongen de raadszaal te verlaten. Ook verslaat hij de debatten over de roerige start van de Politiek-Sociale Faculteit (PSF) aan - dan nog - de Gemeente Universiteit van Amsterrdam. In datzelfde jaar maakt hij ook van nabij de feesten mee ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina en de aansluitende inhuldiging van koningin Juliana. Afgaande op zijn plakboek vult hij met enige regelmaat de dagelijkse rubriek Op de korte golf. En volgt hij het katholieke maatschappelijke middenveld, waaronder de Katholieke Arbeidersbeweging (KAB), op de voet. Kennelijk valt het daarbij op, dat hij hiervoor een meer dan gemiddelde betrokkenheid heeft, dat hem wordt gevraagd correspondent te worden in Utrecht.
Jarenlang was Utrecht de vestigingsplaats van de Volkskrant. Met de heroprichting na de Tweede Wereldoorlog verhuist de krant, onder leiding van de nieuwe hoofdredacteur, Joop Lücker, naar Amsterdam. De Nieuwezijds Voorburgwal, waar de krant dan zijn domicilie krijgt, heet in die tijd de Nederlandse Fleet Street, omdat verscheidene landelijk verschijnende kranten zich daar hebben gevestigd, zoals Het Vrije Volk, Het Parool, Trouw, het Algemeen Handelsblad en De Telegraaf. Het past bij het streven van Lücker, zelf oud-Telegraaf redacteur, de Volkskrant in de eredivisie van de Nederlandse media te positioneren. 'Utrecht' is echter voor de katholieke krant een belangrijke post. Eigenaar Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) is er gevestigd. Vanuit de optiek van de Volkskrant in die tijd speelt deze vakcentrale een centrale rol in sociaaleconomische wederopbouw. Daarnaast is Utrecht voor een zich nadrukkelijk 'katholiek' noemende krant, met de zetel van aartsbisschop en kardinaal De Jong, de hoofdstad van katholiek Nederland. Met tevens de vestiging van het hoofdkantoor van de Nederlandse Spoorwegen en met de Jaarbeurs is Utrecht een prestigieuze, eervolle en uitdagende post voor een journalist van 34 jaar. Het wordt Willem Sprenger zelfs voorgespiegeld als gelijkwaardig aan de Haagse, parlementaire, redactie. Tot zijn verdriet blijft - zoals blijkt uit zijn correspondentie met de hoofdredactie - de beloning daarbij achter.
Het coorrespondentschap begint in 1950 en duurt zo'n twaalfeneenhalf jaar, tot 1962. Al die jaren houdt Willem Sprenger kantoor in het Huis van de Arbeid, het hoofdkantoor van de KAB, Oudenoord 12 te Utrecht. Op 1 februari 1951 verhuist hij met zijn gezin naar Utrecht, naar de Jos. Haydnlaan in Oog In Al. De telefoon laat nog vier maanden op zich wachten... Maar zo gauw die er is, staat hij niet meer stil. Op enig moment komt er zelfs een tweede, op de slaapkamer, om maar bereikt te kunnen worden als er zich 's nachts een calamiteit zou voordoen. De directe aanleiding is het verwachte overlijden van kardinaal De Jong (1955). Zonder auto, zonder mobiele communicatiemiddelen is huize Sprenger eigenlijk ook 'redactiebureau Sprenger'. Vrouw en kinderen noteren als volleerd redactieassistenten de vragen en opmerkingen met de telefoonnummers en geven die door als correspondent Willem Sprenger zich meldt vanaf een locatie waar hij tussen de bedrijven door een telefoon heeft kunnen bemachtigen. Een herinnering aan het gezinsleven is verwerkt in de column Petje af! op het Communicatieplein.
De hier gebundelde correspondentie geeft een verre van compleet beeld van het correspondentschap. Daarvoor zou bijvoorbeeld ook een blik op de verschillende artikelen en andere werkzaamheden als correspondent moeten worden geworpen. Ook zou er naar zijn rol binnen de Utrechtse journalistiek moeten worden gekeken, naar zijn activiteiten als onder meer de voorzitter van de Utrechtse Katholieke Journalistenkring. Maar desondanks geeft de correspondentie wel een aardig inzicht in de werkzaamheden voor de krant en de verhoudingen binnen de krant. De politieke koers van de krant komt echter slechts indirect aan de orde, in een verslag van een gesprek met KAB-voorzitter Toon Middelhuis (1952-1963). Hij signaleert dat de Volkskrant meer een KVP-krant is dan een KAB-krant. Bekend is dat die inschatting door Willem Sprenger wordt gedeeld. Niet alleen is de politieke lijn bepaald door de KVP, waarvan leider Carl Romme jarenlang tevens staatkundig hoofdredacteur van de krant is, vele redacteuren stemmen niet alleen KVP, ze zijn er ook actief lid van. Willem Sprenger is echter - hoe overtuigd katholiek ook - geïnspireerd door het Doorbraak-socialisme en stemt PvdA. Met Frans Oudejans, de latere woordvoerder van het Bisdom Breda, is hij daarin een uitzondering. De verhoudingen binnen de redactie zijn zodanig dat daarover maar beter kan worden gezwegen.
In de correspondentie is de dominantie van de naoorlogse grondlegger van de krant, Joop Lücker, duidelijk zichtbaar. Lücker heeft Willem Sprenger kansen geboden. Willem Sprenger is hem daar altijd erkentelijk voor geweest, heeft hem daarom altijd loyaal terzijde gestaan, maar niet altijd van harte. Zodanig zelfs, dat hij - tot teleurstelling van Lücker - bewust niet aanwezig is bij zijn afscheid van de krant in 1964. Kennelijk had Lücker geen besef van de ergernis die bij Willem Sprenger in al die jaren was opgekropt. Een correspondent functioneert weliswaar niet in het dagelijks gezichtsbereik van de hoofdredacteur, maar aangezien Lücker een vaste uitnodiging had voor de vergaderingen van het KAB-verbondsbestuur, komt hij regelmatig op de Oudenoord buurten. Dat is vaak aanleiding de pijn in de maag weg te spoelen met wat zuiveringszout. Desondanks is hij - na terugkeer naar Amsterdam - enige tijd 'secretaris van de hoofdredactie', waardoor hij wel dagelijks contact met Lücker heeft.
De correspondentie eindigt in 1961. Kort erna gaat Willem Sprenger terug naar de redactie in Amsterdam, die dan nog even aan de Nieuwezijds Voorburgwal is gevestigd, maar in 1965 verhuist naar de Wibautstraat, vlakbij het Amstelstation. Van stamcafé Scheltema naar stamcafé Hesp, aan de weesperzijde. Het vertrek van Lücker, het afscheid van de Nieuwezijds, de komst van Jan van der Pluijm als hoofdredacteur en de verhuizing naar de Wibautstraat, luiden een nieuwe tijd voor de Volkskrant in.