De verpletterende indruk van New York
New York, 15 juli 1952
Nu krijgen jullie al weer de tweede brief van Pappa. Inmiddels heb ik al weer enige dingen geleerd. De laatste brief, welke naar ik hoop nu in jullie bezit is, heb ik nog aan boord geschreven. Toen was het Zaterdag.
Zaterdagavond hebben we op de Westerdam het fare-well (dus het afscheids-) diner gehad. Dat was nog overvloediger dan de maaltijden van elke dag. Nu hebben we het wat soberder en ik ben daar blij om. Zondagavond zijn we doorgevaren tot het State–Island voor New York. In de verte hebben we de lichten van deze grote wereldstad naderbij zien komen. Dat was heel indrukwekkend. Het was omstreeks 10 uur toen we naderbij kwamen. Het was dus drie uur in de nacht voor jullie. Wanneer jullie dus vijf uur van jullie tijd aftrekken, weet je hoe laat het is in Amerika. Maandagmorgen zijn we voor de kade gekomen. Van het Vrijheidsbeeld heb ik toen niet veel gezien. Op de eerste plaats was het dampig en later - toen we meer nabij waren gekomen - moesten we aan boord de formaliteiten volbrengen.
We zijn aan de kade afgehaald door twee mensen van de M.S.A. en de heer Jan Nols Trinité van de Nederlandse Ambassade. We zijn onmiddellijk naar ons hotel gegaan. Het adres staat hierboven. Je moet hier niet meer naar toe schrijven, want ik ga vandaag hier weer weg naar Washington. Je houdt dus maar gewoon het adres aan, dat ik je heb gegeven. Vandaar uit wordt alle post doorgezonden. Vanmorgen heb ik nog geïnformeerd in het hotel, of er reeds post van Washington was doorgezonden. Maar er was niets. Je zult dus waarschijnlijk mijn eerste brief hebben afgewacht. Of - als je al hebt geschreven - vind ik je brief wel in Washington. Daar ga ik vanavond (het is nu Dinsdag) met de nachttrein heen. Ik geloof, dat ik daar enkele dagen blijf. Dan worden we gesplitst (ons team bedoel ik) en gaan we voor ongeveer tien dagen alleen of met tweeën onze eigen weg.
Wat maakt New York een verpletterende indruk op je. Ons hotel heeft 26 verdiepingen. Louis en ik zitten op de negende, namelijk op kamer 967. Midden op de volle dag is het daar schemerduister. Dat komt door de hoge bouw. Zoals mijn eerste indruk nog is, is het eigenlijk geen leven in New York. Alles gaat hier verbazend snel. Gisteren hebben we nog enkele ritten met de ondergrondse (de subway) gemaakt. Je vliegt er in en er uit. Alles is even zakelijk hier. Je hebt geen tijd om te leven. Gistermiddag zijn we met Jan Nols Trinité een tochtje gaan maken over de Hudson. Toen zijn we naar het Vrijheidsbeeld gevaren. We zijn er zelfs ondanks de hitte tot boven in geklommen.
Jullie kunnen er haast geen voorstelling van maken, hoe ontzettend warm het hier is. Het is zelfs volgens de New Yorkers ongewoon warm. Gelukkig kan je bijna overal een fris bad nemen in je hotelkamer. Verder drink je ontzettend veel ijswater, waarvoor een aparte kraan is aan de wastafels. We drinken buitengewoon veel, maar het zijn allemaal “soft-drinks”- ijsgekoelde limonade, kwast en dergelijke.
Ik zou nooit in New York willen wonen, of het zou noodzakelijk moeten zijn. Dat ik het hier nog naar mijn zin heb, is niet, omdat ik het allemaal zo goed vind hier in een stad, die gonst van zaken, zaken en bedrijvigheid, maar om de ervaring, die ik hier op doe en welke mijzelf in het leven zo goed van pas zal komen. Louis en ik hebben zogezegd samen één kamer, namelijk nummer 967. Maar jullie moet je dat niet zo klein voorstellen. We hebben een slaapkamer en een daarop uitkomende salon en badkamer. In de salon, die niet is gemeubileerd op een wijze, welke tot rust brengt, bevat een bank, drie fauteuils, een secretaire en een televisie-toestel, waarop je de hele dag door verscheidene programma’s kunt krijgen. We hebben elk een breed bed met schemerlampen en –lampjes. Onze badkamer bevat warm en koud stromend water en een kraan voor ijswater. Verder een bad met warm en koud, zowel zitbad als douche. Maar de gezelligheid moet je humeur brengen. Dat humeur is goed. We kunnen allemaal best met elkaar overweg. We lachen veel. Dat is gezond.
Ik hoop, dat jullie de tijd van mijn afwezigheid even goed doorbrengen. Ik ben nu misschien 5000 kilometer van jullie vandaan en zal waarschijnlijk nog verder weg gaan, wanneer we in de Oostelijke richting tot de Mississippi reizen. Toch zijn we in gedachten heel dicht bij elkaar. Alle rijkdom, die ik hier zie, zou ik niet graag willen ruilen voor thuis.
P.S. Een foto van ons hotel sluit ik hierbij. Groeten van Louis Beumer.