Door de Smoky Mountains
Washington, 16 Augustus 1952
Hier is weer een brief. Ik heb deze weer geschreven op mijn machine en weer verstuurd vanuit mijn oude en vertrouwde hotel Ambassador in Washington. Onze grote rondreis is nu ten einde. We blijven hier waarschijnlijk tot Dinsdagavond, gaan dan naar New York, vanwaar we Vrijdag tegen de middag hopen te vertrekken. Zoals jullie ziet, komt er aan alles een einde. Ook aan de mooie trip, die ik heb. Een lange reis is achter de boeg. Je zal wel zeggen, dat mijn laatste brief erg stuntelig is geschreven. Ik heb de schuld gegeven aan mijn ballpoint. Dat was voor een belangrijk deel juist, maar het was ook vermoeienis en inspanning, welke daar de aanleiding van zijn geweest, Nu ik uitgerust ben en een verkwikkende douche heb genomen in Washington kan ik aan alles met plezier terugdenken. Maar toen ik mijn laatste brief voltooide, had ik er een vliegtocht van 9 à 10 uur opzitten, bijna zonder onderbreking. We hebben van Zondag op Maandag slechts een heel korte nacht gehad. Laat naar bed en heel vroeg op. Zoals ik heb geschreven, was de tocht van maandagavond slecht. Dat spant natuurlijk ook je zenuwen uitermate. We moesten bijna voortdurend de veiligheidsgordels omgegespt houden. Dan begrijpen jullie wel, dat je rare sprongen maakt met je vliegtuig. Maar alla, dat is gebeurd.
Ik heb twee brieven van jou te beantwoorden. De eerste was niet vrolijk (die van 8 Aug.), maar toch ook niet pessimistisch. Doe kalm aan. We zullen er eens over denken, of we wat meer hulp in de huishouding kunnen nemen. Ruim Zicht gaat weer lopen, als ik thuis ben. Verder zullen we maar afwachten, of er met September salaris-verhoging los-komt. Heus, dat komt allemaal best in orde. Denk er maar niet te zwaar over. Je brief van 10 Aug. was wat vrolijker. Ik ben blij, dat je me zaken zo voortreffelijk regelt. Ik heb mijn hart verpand aan jou en De Volkskrant. (Dat slaat natuurlijk op onze affiche van enkele jaren geleden). Ik heb jullie foto weer in de spiegel gestoken. Jullie en ik kunnen nu de dagen gaan aftellen. Ik vind het leuk, dat de kinderen ook weer een regeltje in de brief hebben geschreven.
Ik ben blij, dat de dokter zo over Marleentje tevreden is. Bedankt voor zijn groeten en voor die van de omwonenden. Ik heb alle bekenden twee kaarten gestuurd. Ik hoop dat ze die krijgen. Wanneer ze nog niets hebben gehad, is het zeker niet mijn schuld. Drie weken geleden ben ik begonnen aan de verzending en in de afgelopen week heb ik alles nog eens dunnetjes overgedaan. Ook aan de krant heb ik gedacht.
Gisteren hebben we een prachtige autobustocht gemaakt van Knoxville (Tennessee) naar Charlotte (South Carolina). Vandaar zijn we met in de afgelopen nacht met een `sleeper`(dat is een trein met slaapwagens) naar Washington gereden. Vanmorgen om kwart over acht zijn we daar aangekomen. In Tennessee hebben we de prachtige water- en electriciteitswerken gezien. En op onze tocht van Knoxville naar Charlotte hebben we onder andere door de Smoky Mountains gereden. Het was buitengewoon mooi. Thans is mijn tijdsverschil met jullie nog maar 6 uur. Zoals je weet, heeft niet alleen de Oceaan, maar ook Amerika vijf verschillende tijden, welke variëren naar de breedte-graad. Momenteel is het hier vijf voor drie, jullie hebben het dus vijf voor negen in de avond. Op de Oceaan wordt het verschil steeds kleiner, totdat we weer in Rotterdam zijn.
Ik zit nu weer met Louis Beumer op één kamer. We hebben steeds gewisseld. Dit ter wille van de goede verstandhouding. We nemen vandaag een rustige dag. Maandag zullen we waarschijnlijk naar de MSA moeten om daar ons eerste verslag, mondeling (dan wel schriftelijk) uit te brengen. Aan boord hebben we nog wel wat te doen aan het rapport. Je brief van 10 Augustus heb ik vanmorgen bij aankomst in mijn hotel ontvangen. Zoals je ziet gaat het dus weervlotter. Ik zal je veel van mijn mooie reis vertellen, wanneer ik weer eenmaal thuis ben. Wat zal het dan een feest zijn, wanneer we weer bij elkaar zijn. Voordat ik aan boord ga, zal ik nog een brief schrijven.
We hebben Ruim Zicht ontvangen. Wat een gekke kop, hebben ze boven het artikel van Beumer gezet. Het is wel heel geestig, maar je kan je zoiets toch niet veroorloven in een officieel blad. Maar, dat moeten ze zelf maar weten. Houd je er maar buiten. Ik maak het best in elk opzicht. Ik zal vandaag of Maandag eens afgaan op een paar kousen voor je. Ik weet nu de maat. Dat je de indruk hebt gekregen dat ik moe was van het reizen (zoals je schrijft in je brief van 8 Aug.) is wellicht begrijpelijk. In de afgelopen tijd in Amerika ben ik geloof ik elf keer van hotel verwisseld. Het was alsmaar reizen per trein, autobus, vliegtuig, taxi in en taxi uit. Alleen in Amerika heb ik duizenden kilometers afgelegd. Dat heb ik je trouwens al geschreven. Dat een brief, gauw geschreven tussen een reis en het werk door, misschien wel eens wat mat uitvalt, is begrijpelijk. Ik mankeer echter niets. Heb niet de minste last met mijn gezondheid, eet veel, drink veel en slaap goed.
P.S. Mammie, wil je Carry Karvink opbellen en haar de boodschap afgeven voor hoofdredactie en redactie, dat ik niet op 31 Aug, maar pas 2 Sept. Arriveer en dus enkele dagen later dan afgesproken in Amsterdam op de krant zal komen.