Juryrapport LOF-prijs 1972
vlnr: André Rutten,
Willem Sprenger, mw Pithy Bomans,
Paul van 't Veer, Peter van Straaten, H. Ooms
en Eddy Posthuma de Boer
JURYRAPPORT
Lofprijs voor de Nederlandse journalistiek 1970-71
De jury, aangezocht door de Stichting Lucas-Ooms Fonds om een
aantal prijzen toe te kennen voor geschreven en visuele bijdragen,
die zijn verschenen in Nederlandse kranten en tijdschriften, heeft
voor de tweede maal in ongewijzigde samenstelling haar arbeid
verricht.
De destijds voor twee jaar benoemde jury bestaat uit mevr. M.
Austria en de heren Gregor M. Frenkel Frank, H.G. Kersting, H.J.
Neuman, Th.H. Oltheten (voorzitter), prof, dr. G,W. Ovink, P.M.
Smedts en Mr. H.J.F.M. Hüffer (secretaris).
De jury heeft een ongeveer evengroot aantal inzendingen
ontvangen als de eerste keer. Zij ontving van 74 inzenders
bijdragen, waaronder een aantal die waren ontstaan in teamverband,
zodat meer journalisten bij de ingezonden pro-duktie waren
betrokken. De produktie zelf was omvangrijk.
In de categorie "politiek" moesten 78 artikelen worden beoordeeld;
in de greep "maatschappelijk en/of sociaal economisch" waren er
165, terwijl die van de categorie "cultureel, wetenschappelijk en
recreatief" 74 artikelen omvatte. Voor de geschreven
journalistiek van vertellende aard werden 80 bijdragen
ingezonden.
Teleurstellend was de kwantitatieve deelneming van fotografen en
tekenaars. Van het recht om uit eigen initiatief bijdragen ter
beoordeling te nemen, heeft de jury ditmaal geen gebruik gemaakt,
hoewel daartoe aanleiding was, omdat voor de categorie zwart-wit
foto's slechts een inzending binnenkwam. De jury meende echter deze
weg niet te moeten opgaan, mede gelet op de manifestatie "World
Press Photo" 1972 en de tentoonstelling die ter gelegenheid van het
veertig-jarig jubileum van de Nederlandse Vereniging van
Fotojournalisten werd gehouden.
Toch acht de jury handhaving van de categorie "zwart-wit foto's"
voor de toekomst van belang, omdat zij van oordeel is dat deze
vorm van journalistieke informatieoverdracht in kranten en
tijdschriften een zeer wezenlijke functie kan vervullen. Zij vraagt
daarom, in het bijzonder de hoofdredacties, vooral aan dit aspect
bij de selectie van journalistieke bijdragen voor inzending aan de
Lofprijs-jury aandacht te besteden.
De jury verheugde zich over het goede gehalte der bijdragen dat
beter was dan het gemiddelde niveau van de vorige inzendingen.
Vastgesteld mag worden, dat door Nederlandse journalisten
uitstekend wordt geschreven. Dit geldt niet alleen voor de grote
landelijke bladen, maar ook voor de kleinere regionale en lokale
pers en voor de algemene tijdschriften en weekbladen. Deze waren,
evenals vorig jaar, weer vertegenwoordigd met enige knap geschreven
stukken, echter numeriek sterk in de minderheid vergeleken bij de
grote landelijke organen. Uit het feit dat journalisten schrijvende
voor laatstgenoemde groep vorig jaar en dit jaar in de prijzen zijn
gevallen, mag evenwel volstrekt niet worden afgeleid dat alleen zij
kans hebben ooit te worden bekroond.
De jury betreurt dan ook de te geringe spreiding der inzendingen
over alle in Nederland verschijnende kranten en algemene
periodieken en zij hoopt dat haar in de toekomst meer bijdragen
zullen bereiken uit die journalistieke categorieën welke nu schaars
vertegenwoordigd waren.
Geschreven Journalistiek
1. Politiek (78
artikelen)
De prijs is toegekend aan Paul van !t Veer voor zijn artikelen
in Het Parool en het Hollands Maandblad. Zijn journalistieke
bijdragen getuigen van grote belezenheid en veelzijdigheid.
Levendigheid en duidelijkheid kenmerken zijn werk, waarvan de
diepgang niet wordt geschaad door het dikwijls polemisch
karakter.
In het bijzonder wil de jury de aandacht vestigen op het artikel
"Geen last van de waarheid" in het Hollands Maandblad (december
1970), naar aanleiding van de uitgave "Het dagboek van
Schermerhorn" . Dit artikel over de miskenning van de rol die de
openbaarheid in de democratische besluitvorming moet spelen en
daarmee van de functie van de journalistiek tijdens de
Nederlands-Indonesische onderhandelingen, kwalificeert de jury als
uitmuntend.
2. Maatschappelijk en/of sociaal economisch (165 artikelen)
De prijs is toegekend aan Willem Sprenger voor zijn rubriek
"Sociale actualiteiten" in de Volkskrant.
De jury wil met de toekenning van deze categorieprijs aan Willem
Sprenger haar bewondering betuigen voor de wijze waarop door hem de
moeilijke opgave wordt uitgevoerd om de gewone burger wegwijs te
maken in gecompliceerde vraagstukken en regelingen, in dit geval
van de praktijk der sociale wetgeving.
Door Sprenger's sterke billijkheidsbesef en door zijn gave om
moeilijk te begrijpen ambtelijke bepalingen en beslissingen boeiend
en duidelijk te verklaren, vervult zijn rubriek niet alleen een
nuttige informatieve functie, maar ook een correctieve, want zijn
invloed en gezag maken hem tot een belangrijke schakel tussen de
overheid en de rechtzoekende burgers.
3. Cultureel, wetenschappelijk, recreatief (74 artikelen)
In deze categorie wordt de prijs toegekend aan André Rutten voor
zijn verslaggeving van de Amsterdamse Stadsschouwburgkwestie in De
Tijd, doch in niet mindere mate voor zijn toneelkritieken in dit
dagblad. De jury heeft grote waardering voor de intensiteit waarmee
Rutten het toneel van dag tot dag probeert te volgen en daarvoor
ook het land intrekt, zodat een zeer instructief beeld wordt
verkregen van het Nederlands toneel. Zijn artikelen over de
toneelcrisis in Amsterdam oordeelde de jury als bijzonder
informatief, waardoor een goed inzicht kan worden verkregen in zeer
verwarde verhoudingen en belangen.
Wel werden bezwaren geopperd tegen gebleken tegenstrijdigheden in
de verslaglegging, doch het vermogen vergissingen te erkennen en
te herstellen /.ennerkt , naar het oordeel van de jury, de
integriteit van deze geëngageerde vorm van journalistiek.
4. Vertellende aard (80 bijdragen)
Unaniem heeft de jury de categorieprijs voor "geschreven
journalistiek van vertellende aard" toegekend aan de schrijver van
het artikel "In 't hart van Engeland”, verschenen in het
tijdschrift Avenue.
De schrijver Godfried Bomans is inmiddels overleden, doch de jury
is van oordeel dat, vanwege het feit dat dit artikel het beste was
van alle inzendingen in deze categorie en omdat de journalistieke
arbeid van Godfried Bomans van zo uitzonderlijke betekenis
is geweest, een postume onderscheiding volledig gerechtvaardigd
is.
De jury beseft zeer wel, dat dit posthume eerbetoon niets toevoegt
aan de waardering voor het zo bijzondere oeuvre van Godfried
Bomans. Die waardering is algemeen en op verlerlei wijzen reeds tot
uitdrukking gekomen.
Godfried Bomans was niet alleen een zeer begaafd schrijver, hij was
ook een voortreffelijk journalist die op een geheel eigen wijze
verschuivingen in onze maatschappelijke ontwikkeling
registreerde.
De jury is van oordeel dat de journalist Bomans door zijn
uitzonderlijke kwaliteiten een stimulerende invleod heeft
uitgeoefend op de verbetering van schrijfstijl en
oorspronkelijkheid van benadering in de dagblad- en
tijdschriftjournalistiek.
Visuele
journalistiek
1.
Foto's, zwart-wit (1 inzending)
Geen prijs toegekend.
2. Foto's, kleur (11 inzendingen)
De prijs werd toegekend aan Eddy Posthuma de Boer voor zijn
serie over Mali (Avenue 1971).
De jury heeft lange tijd beraadslaagd over een aantal inzendingen
van hoge kwaliteit. Uiteindelijk kwam het zwaartepunt te liggen op
de journalistieke uitdrukkingskracht van de in de kleurenfoto's
overgebrachte informatie, waarvan de serie van Posthuma de Boer in
hoge mate voldoet. De jury is zich ervan bewust, dat enkele
inzendingen niet voldoende overkomen door de onvoldoende
presentatie van het tijdschrift waarin zij werden gereproduceerd.
De jury kan echter moeilijk gaan oordelen over haar toegezonden
dia's, doch dient te oordelen over de journalistieke produktie
zoals die kan worden ervaren door degene aan wie het visuele
verhaal wordt verteld. De jury betreurt dat de ingezonden
kleurenreportages vrijwel uitsluitend betrekking hadden op
buitenlandse onderwerpen. Zonder te willen afdoen aan de
informatieve functie van deze kleurenreportages, in het bijzonder
wellicht ten aanzien van de situatie in de arme landen, zoals het
geval was met de bekroonde inzending, heeft het de jury getroffen
dat het medium van de kleurenfoto zo weinig wordt gebruikt om
indringende reportages over situaties en gebeurtenissen in eigen
omgeving te brengen. Merkwaardig acht de jury het, dat geen enkele
inzending betrekking had op sportgebeurtenissen, die juist in ons
land zo'n belangrijke plaats innemen in dagbladen en
tijdschriften.
3. Tekeningen (6 inzendingen)
Met algemene stemmen werd na een kort beraad Peter van Straaten als prijswinnaar aangewezen, ofschoon voortreffelijke concurrenten werk hadden ingezonden. De jury was echter zeer onder de indruk van de journalistieke tekeningen van Peter van Straaten in Het Parool in zijn dagelijkse strip "Vader en Zoon". Zij vertegenwoordigen een uitzonderlijk genre, omdat zij in fijne nuanceringen van een groot illustratief talent indringend de veranderingen journaliseren in het denken van vaders en zonen.
Lofprijs
De jury, zich beradende over de vraag aan wie van de
prijswinnaars in de verschillende categorieën de extra LOF-prijs
van ƒ 5.000,= zou moeten worden toegekend, heeft unaniem besloten
ditmaal deze prijs toe te kennen aan Peter van Straaten.
De jury wil daarmee onderstrepen van welk een betekenis de bijdrage
kan zijn van de tekenaar voor de Nederlandse journalistiek. Zij wil
hiermee niet tot uitdrukking brengen dat de tekenaar het gebeuren
beter registreert en het verhaal beter vertelt dan de schrijvende
journalist, hoewel dat soms inderdaad het geval kan zijn.
In zijn strip "Vader en Zoon" vertelt Peter van Straaten niet
alleen zijn charmant verhaal, maar hij registreert ook op een zeer
breed maatschappelijk terrein hoe mensen zich tot mensen en tot
dingen verhouden. En dat is het uitzonderlijke van zijn
prestatie.
De jury hecht grote waarde aan het relativerend vermogen van
journalisten die in woord- en/of beeldtaal hun glimlachende invloed
uitoefenen op de naar welles-nietes-verhouding neigende
krantenlezer. Peter van Straaten bezit dit vermogen in hoge
mate.
De jury "Lofprijs voor de Nederlandse Journalistiek" hoopt van
harte dat ook deze beoordeling van de produktie 1970-1971
aanleiding zal geven tot een toeneming van de belangstelling voor
de "Lofprijs". Het gaat de jury hierbij niet om het bevorderen van
een competitiestelsel, doch om het signaleren en daardoor
stimuleren van journalistieke kwaliteit in geschreven en visuele
vormen. De jury is van mening dat dit niet alleen van belang is
voor de journalistiek zelf, doch ook voor het verkrijgen bij het
publiek van een beter begrip voor de grote maatschappelijke
betekenis van een diversiteit in journalistieke produktie op hoog
niveau. Het is tegen de achtergrond van deze doelstelling dat de
jury met genoegen kennis nam van het artikel van Arie Kuiper
"Vechten voor je eigen krant" in De Journalist van 1 juni 1971»
waarin verslag werd gedaan over de activiteiten van de redactie van
het dagblad De Tijd tot instandhouding van de eigen krant.
Hoezeer de jury waardering had voor de kwaliteit van deze
inzending, meende zij toch dat een prijstoekenning in het kader van
de Lofprijs niet juist zou zijn. De jury echter is van mening dat
het gehele redactionele team van De Tijd grote waardering toekomt
voor haar opmerkelijke activiteit de "eigen krant weg te slepen
voor de poorten van de hel", zoals het verslag van Kuiper
vaststelde.
Om deze waardering tot uitdrukking te brengen, heeft de jury het
bestuur van het Lucas-Ooms Fonds voorgesteld een extra prijs toe te
kennen aan de gehele redactie van het dagblad De Tijd. De jury is
verheugd te kunnen meedelen, dat het bestuur zich met dit voorstel
heeft verenigd en de prijs heeft vastgesteld op ƒ 2.000,=.
EMBARGO VOOR PUBLIKATIE TOT 8 DECEMBER 16.00 UUR.