Jakob Draijer
Het was voor de FNV geen gemakkelijke tijd toen Jakob Draijer zich in 1988 meldde als coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid. Hans Pont vertrok als FNV-voorzitter. Hij bleek een tussenpaus, tussen Wim Kok (1972-1985) en Johan Stekelenburg (1988-1997), maar had de FNV kort na zijn aantreden wel behoorlijk opgeschud. Het rapport de FNV over 14 jaar (1986) had binnen en buiten de FNV flink wat beroering veroorzaakt. Leden en kaderleden konden zich moeilijk vinden in de analyse dat het ledenbestand een afspiegeling was van de arbeidsmarkt in de jaren vijftig. En dat het radicale imago, dat in de polarisatie van de jaren zeventig aan de vooravond van de vorming van de FNV was opgebouwd door intensieve discussies over Een visie ter visie (NKV) en Vakbeweging en maatschappijvernieuwing (NVV), eerder ledengroei in de weg stond dan bevorderde. Tegenstanders van de FNV hoonden “haalt de FNV nog wel het jaar 2000?” Sommige bonden zagen in Draijer de ideale opvolger van Pont, die naar het ministerie van Binnenlandse Zaken was vertrokken om daar, tot woede van de AbvaKabo, verantwoordelijk te worden voor het arbeidsvoorwaardenbeleid van de ambtenaren. Van een openlijke verkiezingsstrijd met Stekelenburg kwam het overigens niet. Draijer nam Stekelenburgs portefeuille arbeidsvoorwaardenbeleid over.
Jakob Draijer (1945-2009) had bij zijn aantreden in het FNV-bestuur zijn sporen verdiend in de grafische bond van het NVV, een van de oudste vakbonden van het land. Als 14-jarige werd hij leerling-drukker en daarmee ‘verplicht’ lid van de Algemene Nederlandse Grafische Bond. Zijn vakbondstalent werd snel gezien. Nog voor zijn 30ste was hij districtsbestuurder. Zeven jaar later was hij voorzitter van zijn bond en leidde hij deze naar een fusie met de grafische bond van het NKV tot FNV Druk en Papier. Met Stekelenburg en Karin Adelmund mocht hij vanaf 1988 de FNV in een rustiger vaarwater brengen. Eerst werd het vertrouwen van de eigen achterban teruggewonnen met de grootse demonstratie ’t Kan anders, beter, op zaterdag 8 oktober 1988 op het Museumplein. Daarna mocht hij aan de onderhandelingstafel de collectieve arbeidstijdverkorting proberen binnen te halen. Dat was hem niet gegund. De werkgevers zaten er geharnast in en het kabinet-Lubbers-Kok was weinig behulpzaam. Met de aanpak van de WAO (1991) werden de arbeidsverhoudingen er niet beter op. Na 4 jaar droeg hij de portefeuille arbeidsvoorwaarden over aan Lodewijk de Waal en werd hij zelf penningmeester van de FNV. In die hoedanigheid heeft hij de werkorganisatie van de immer armlastige vakcentrale op een steviger leest geschoeid.
Begin 1996 keerde Jakob Draijer terug naar de grafische sector. Hij werd op 1 april directeur van het Nederlands Uitgevers Verbond (NUV). Net als het afscheid van Hans Pont werd deze overstap vanuit de FNV kritisch begeleid. Hij maakte er korte metten mee. “Verwijten van de NVJ dat ik over zou lopen, dat ik mijn integriteit hiermee verlies, hebben me onaangenaam getroffen. Van de andere bonden heeft de NVJ overigens lik op stuk gekregen. Iedereen is verder van neutraal tot blij voor me. Het NUV heeft geen windvaan in dienst genomen die met alle winden meewaait. Ik verloochen mijn afkomst en maatschappijvisie niet.”