U bent hier
De kleine wereld van
Piet Damming
http://www.jeroensprenger.nl/piet-damming.html

© 2013 De kleine wereld van

Piet Damming

Evenwichtskunstenaar achter vakbondsboegbeelden

Op 27 mei 2011 is oud-FNV-secretaris Piet Damming op 90-jarige leeftijd overleden.
Hij was als algemeen secretaris van het NVV één van de constructeurs van de nieuwe vakcentrale.

“Het lot van de werknemer is spectaculair verbeterd, vergeleken bij vroeger. Maar ook nu nog wordt hij het kind van de rekening als hij zich niet op de meest doeltreffende wijze door organisatie sterk maakt”. Op 18 december 1975 beantwoordt NVV-secretaris Piet Damming alle opmerkingen die in de NVV-Verbondsvergadering over de federatie met het NKV zijn gemaakt. Aansluitend spreekt Wim Kok van een historische dag. “De FNV is er. Laat zij uitgroeien tot een instrument van onze leden waar zij trots op zijn”.

In de vorming van de FNV heeft de Drent Piet Damming een groot aandeel gehad. Afkomstig uit de Agrarisch Bedrijfsbond, waar hij in 1948, 27 jaar oud,  ging werken, treedt hij in 1970 toe tot het Verbondsbestuur van het NVV. Daarvan is dan nog André Kloos voorzitter. Binnen het NVV woedt dan een stevige discussie over de politieke en maatschappelijke koers van de vakcentrale en over een intensivering van de samenwerking met NKV en CNV. Die discussie wordt het NVV van buitenaf opgedrongen. Wat de koers betreft kritiseert bijvoorbeeld de Werkgroep maatschappijkritische vakbeweging het NVV als een ingedutte, starre, club die geen contact heeft met de bewegingen die zich in de jaren zestig voordoen. Bewegingen zoals Provo, Nieuw Links en de vorming van de PPR. Het is het NKV die de discussie over nauwere samenwerking binnen de vakbeweging start, terwijl menig NVV-bestuurder in die tijd dit een overbodige discussie vindt. “Ze kunnen toch bij eens komen?”

Piet Damming moet laveren tussen tal van belangen en opvattingen, achter de boegbeelden van de vakbeweging, na André Kloos korte tijd achter Harry ter Heide, daarna achter Wim Kok. Hij doet het werk, de publieke waardering is voor hen. Hij organiseert intern de discussie over Vakbeweging en Maatschappij, als antwoord op de NKV-discussie naar aanleiding  van “Een visie ter visie”. Daarmee wordt inhoudelijk de weg geplaveid naar de latere federatievorming. Tegelijkertijd is hij nadrukkelijk betrokken bij de organisatorische versterking van de vakbeweging en het verminderen van het categoralisme. Al snel kan hij het eerste succes boeken: de aansluiting van de Algemene Bond van Onderwijzend Personeel (ABOP). Later slaagt hij erin de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) zich te laten aansluiten bij het Overlegorgaan van de Vakcentrales, vooruitlopend op verdere samenwerking tussen de vakcentrales. Die samenwerking zal dan nog 5 jaar op zich laten wachten.

Binnen het NVV doen zich in die tijd verschillende bewegingen voor. Zo komt onder meer onder leiding van Arie Groenevelt de Industriebond NVV tot stand, een fusie van de metaalbewerkers, de fabrieksarbeiders en de algemene bedrijfsgroepen centrale. Daarmee wordt de onevenwichtigheid binnen de vakcentrale sterk vergroot. In omvang lopen de 15 NVV-bonden uiteen van 1000 tot 180.000 leden. Piet Damming ontwikkelt als alternatief een verbond van 7 bonden: ABVA+ABOP+NPB, Vervoersbond+FWZ, Bouwbond, Mercurius+ANOUK+AAAB+VVCS+VVON, Industriebond (zonder voedings- en genotmiddelenindustrie), AVB (plus voedings- en genotsmiddeleneindustrie)+NBHP en ANGB. Het sneuvelt in 1974. Het NVV richt zijn vizier op de samenwerking met NKV en CNV. In die context moet de ‘vloek van de verkeerde structuur’ maar worden afgewend.

Piet Damming heeft ook volop deelgenomen aan het internationale werk van de vakbeweging. Daarnaast is hij de patroon van het NVV Jongerencontact, waarmee tal van bonden een moeizame relatie onderhouden. De eigenzinnigheid is een deel van de bonden een ergernis, de kosten voor een ander deel. Daartegenover houdt hij hen voor: “Onder jongeren ligt het grootste wervingsterrein voor nieuwe leden, nieuw kader en nieuwe opvattingen. Ledenwerving, kadervorming en scholing zijn levensvoorwaarden voor het in standhouden en versterken van de vakbeweging.  Jongeren moeten hun eigen plaats in de vakbeweging veroveren, stoelend op hun beleving, hun ervaringen en hun inzichten.” 

Piet Damming heeft niet de meest dankbare taken binnen NVV en FNV op zijn schouders gehad. De organisatiestructuur en de jongeren roepen ook nu nog discussies op. Maar de FNV is er gekomen en stevig geworteld. Mede dankzij zijn het onvermoeibaar ijveren.