U bent hier
De kleine wereld van
Sociale zekerheid
http://www.jeroensprenger.nl/sociale-zekerheid.html

© 2013 De kleine wereld van

Sociale zekerheid

Proeve Posthuma-Kupers

Een derde prikkel tot herziening van de structuur van de vakbeweging komt voort uit de opbouw van een stelsel van sociale zekerheid. De eerste voorzieningen voor een uitkering bij ziekte, werkloosheid of ouderdom worden door de vakbeweging geschapen. Die voorzieningen dienen een drieledig doel. Op de eerste  plaats verschaffen  zij zieke,  werkloze of oudere  collega's een uitkering. Voor  werkenden  betekenen  zij - op de tweede plaats - een verzekering, die hen van een uitkering voorziet als zij onverhoopt  voor kortere of langere tijd van het arbeidsproces zijn uitgesloten. Voor werkenden zijn zij echter ook in een ander -  derde -  opzicht nog van belang. Het bestaan van sociale voorzieningen voorkomt dat zieken, werklozen en  ouderen zich noodgedwongen  op  de arbeidsmarkt gaan aanbieden  tegen  een  ‘prijs’ onder  het geldende  loonniveau.  Sociale voorzieningen  vormen dus een bescherming van de bestaande  arbeidsvoorwaarden.
Het beheer van de sociale voorzieningen is aanvankelijk een pure vakbewegingsaangelegenheid. Dit verhindert echter niet dat er-met name in socialistische kring - denkbeelden worden ontwikkeld over de zorg van de staat voor mensen die buiten hun schuld niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen en derhalve geen inkomen kunnen verwerven. De overheid aanvaardt in zekere zin de verantwoordelijkheid voor werklozen door vanaf 1917 de door de vakbeweging verzorgde werkloosheidsvoorzieningen aan te vullen. De gemeenten spelen hierbij een rol.
Rond 1920 wordt er in de discussie over de vormgeving en inhoud van sociale voorzieningen  een  nieuw element ingebracht. De Iiberaal Posthuma en de  NVV-er Evert  Kupers presenteren  dan gezamenlijk een proeve van een ziektewet, de ‘proeve Posthuma-Kupers’. In dit voorstel wordt  de uitvoering van de wet opgedragen aan bedrijfstaksgewijs te vormen bedrijfsverenigingen, die door werkgevers en werknemers gezamenlijk zouden moeten worden bestuurd. Het voorstel  haalt de eindstreep niet.  Maar  leidt desondanks tot een wijziging in de opstelling  van de socialistische vakbeweging.  Voor de confessionele vakbeweging is een sterke overheidsinvloed  op de uitvoering van de sociale zekerheidsvoorzieningen ongewenst. Onder socialisten daarentegen  overheerst  - tot de ‘proeve  Posthuma-Kupers’ - de opvatting dat sociale zekerheid een staatszorg is. Geleidelijk aan maakt men zich in socialistische kring echter vertrouwd met de gedachten dat bij de uitvoering van een op te bouwen sociaal zekerheidsstelsel een rol zal zijn weggelegd voor de bedrijfstakken. Een structuur  van de vakbeweging die daarbij aansluit ligt dan voor de hand.