Het begon met een bibliotheek
Bij alle streng gevoerde vakbondsstrijd gaat het in de moderne vakbeweging om de verrijking van het arbeidersleven, om geestelijke ontwikkeling van de arbeider. Typerend is dan ook dat het eerste besluit in de oprichtingsvergadering van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen gaat over de oprichting van een voor arbeiders toegankelijke bibliotheek.
In zijn heftige polemiek met de leiders van het Nationaal
Arbeids-Secretariaat hekelde Henri Polak hun alzijdige
achterlijkheid. Hij zag het als een algemene Nederlandse kwaal dat
de invloed van geestelijken in het algemeen groot was. Zo ook de
ondeskundige demagogen in de oude vakbeweging. Bekendheid met de
Engelse, de Duitse of de Deense vakbeweging was gering, hoewel zij
een veel langere ervaring hadden. Honend haalt Polak een Engels
gezegde aan: een beetje kennis is een gevaarlijk ding. Hij
attendeert onder meer op de aandacht die het NAS en de
Sociaal-Democratische Bond (SDB) besteden aan het anarchisme, aan
denkbeelden om de kapitalistische productiewijze af te schaffen.
Enige bekendheid met de Engelse vakbondsgeschiedenis, met de
pogingen van Robert Owen om een eind te maken aan loonslavernij en
kapitalisme, zou hebben geleerd dat de economische macht van de
werkgevers en de politieke macht van de bezittende klasse zich niet
zo eenvoudig laat slopen.
Polak zelf was zeer vertrouwd met de geschiedenis van de Engelse
vakbeweging. Het standaardwerk van Sidney en Beatrice Webb –
Geschiedenis van het Britse vakverenigingswezen – is door hem
vertaald. Uit de verkoop ervan kon hij afleiden dat de
belangstelling ervoor minimaal was. Zijn eigen diamantbewerkerbond
stelde het voor slechts anderhalve gulden ter beschikking aan
vakbondsleden. Hoewel het “goed was vertaald, op mooi papier
gedrukt, goed verzorgd en in een door den architect Berlage
ontworpen linnen band” werden er in het eerste jaar van verschijnen
slechts 60 exemplaren verkocht, voor het grootste deel – naar de
waarneming van Polak – aan onderwijzers.
Darwin
Het was niet zo dat er in de oude
beweging niet aan scholing van arbeiders werd gedaan. Maar Polak
had daar zo zijn bedenkingen over. Binnen de SDB werd bijvoorbeeld
veel aandacht besteed aan de werken van Darwin. “Bitter weinig”
hadden ze er in de ogen van Polak aan, want zelfs als de arbeiders
het allemaal zouden hebben gelezen en begrepen, dan zou het “niet
de minste nut” hebben gehad. “Welk nut zou het hebben, als een
arbeider weet, wat en hoe Darwin onderzocht en wat hij leeraarde
nopens de natuurlijke teeltkeus, het ontstaan der soorten, de leer
der evolutie en wat dies meer zij? Geen enkel, immers.”
In zijn brochure ‘De vakvereeniging, eenige beschouwingen over haar
doel, inrichting en wijze van werken’ vergelijkt Polak de
vakbeweging met een leger. Daarbinnen moeten er meer goede soldaten
zijn dan knappe veldheren. Maar er is in zijn ogen een markant
verschil. “Het leger van de arbeid, de soldaten, vernemen de
hoofdplannen die door de leiders worden uiteengezet en toegelicht
en beslissen daar zelf over. Om die plannen goed te kunnen
beoordelen moeten de arbeiders goed ontwikkeld zijn. Daarmee wordt
bedoeld dat zij voldoende kennis hebben van industriële, politieke
en maatschappelijke vraagstukken. Het is een gewichtig onderdeel
van de taak der vakbeweging om heb die kennis bij te brengen.”
Discipline
Binnen het vakbondsleger moet
een grote discipline heersen. Polak beschouwt dat als het loyaal
uitvoeren van alle genomen besluiten, zelfs als men van die
besluiten een tegenstander is. Het gaat er daarbij om dat men
vertrouwen heeft in zijn organisatie, medeleden en bestuurders en
bereid is onder alle omstandigheden de eigen wensen en belangen
ondergeschikt te maken aan die van het algemeen.
Vakbondsbestuurders kunnen daaraan bijdragen door zichzelf te
onthouden van overdrijving in het beschrijven van de situatie
waarin arbeiders zich bevinden en in plaats daarvan bij de leden
een geest van bezadigdheid en bezonnenheid te kweken. “Hiernaast
hebben leiders en bestuurders tot taak de leden te ontwikkelen en
te onderrichten in allerlei dingen die geweten moeten worden, wil
ieder lid begrijpen wat hij heeft te doen en waarom hij het heeft
te doen.”
Buiten de kennis van politieke, sociale en economische vraagstukken
kan – naar de inzichten van Polak – ook gewerkt worden aan meer
algemene ontwikkeling. Hij denkt daarbij dus niet aan de
evolutieleer van Darwin, maar aan talencursussen en losse
voordrachten van deskundigen over historische of culturele
onderwerpen. “Zijn aldus de arbeiders opgevoed, dan vormen zij het
materiaal waaruit men deugdelijke vakvereenigingen opbouwt –
vakvereenigingen, die alle stormen kunnen trotseeren, die bestand
zijn tegen de felste slagen, die onafgebroken kunnen voortwerken
aan de stoffelijke, verstandelijke en zedelijke verheffing der
vakgenooten in het bijzonder, der geheel arbeidende klasse in het
algemeen.”
Eredoctoraat
In 1932 werd Henri Polak
onderscheiden met een eredoctoraat vanwege het driehonderdjarig
bestaan van de Universiteit van Amsterdam. De motivering daarvoor
was “omdat hij in de vakbeweging de wetenschap diende, voor haar
een plaats opeiste in het leven van de opkomende arbeidersklasse.”
Polak draait het later om. Want om de vakbeweging te kunnen dienen,
zegt hij, heeft hij zich “gewijd aan velerlei studie, waaraan ik,
had ik haar niet gekend, nooit zou hebben gedacht. En deze studie
wekte den lust en gaf het vermogen tot het bestuderen van andere
onderwerpen dan zulke, welke ik voor het vervullen van mijn taak in
de arbeidersbeweging nodig had, hetgeen mij weer in staat stelde
mede te werken aan het verhogen van het beschavingspeil mijner
medearbeiders.”
Hij was in zekere zin zijn eigen voorbeeld, maar ging daarin verder
dan hij in zijn vakverenigingsbrochure liet weten. Sinds zijn
aansluiting bij de SDB werd hij, volgens zijn biograaf Salvador
Bloemgarten, bevangen door een hevige dorst naar kennis en een
intens verlangen naar schoonheid. Darwin ging hem niet boven de
pet. Op het diamantatelier waar hij na zijn terugkeer uit Engeland
komt te werken, komt hij zelfs collega’s tegen die net als hij het
socialisme willen gebruiken als hefboom voor de eigen geestelijke
ontwikkeling.
Maar de doorsnee-arbeider was naar zijn waarneming te primitief om
een grote belangstelling voor culturele zaken aan de dag te leggen.
Die moest heel pragmatisch, stap voor stap, de meest elementaire
zin voor orde, netheid en regelmaat worden bijgebracht. Polak
bracht dat inzicht in de praktijk door de eerste afspraken over
arbeidstijdverkorting in het diamantbedrijf te benutten voor
invoering van een schafttijd van twee uur, waarin met schone,
gewassen handen de maaltijd moest worden genuttigd. Pas toen de
diamantbewerkers zich deze beschavingsregels hadden eigen gemaakt,
durfde hij verder te werken aan een hogere cultuur.
William Morris
In zijn eigen voordrachten
is Polak minder instrumenteel dan het zich laat aanzien. Zo is hij
zeer geïnspireerd door het leven en werk van William Morris, de
initiator en aanvoerder van de ‘Arts and Crafts movement’. Deze
beweging probeerde rond 1880 in Engeland de kunstambachten weer in
ere te herstellen. Het schoonheidsideaal is geënt op de
Middeleeuwen toen de ambachtsman een individueel product leverde,
dat schijnbaar ruw zich in esthetisch opzicht gunstig onderscheidde
van het gladde, gelikte, stereotype van het modern-industriele
massafabrikaat. De schijnbare tegenstelling tussen cultureel
conservatisme en sociale progressiviteit, spreekt Polak in het
bijzonder aan. Op tal van manieren heeft Polak de denkbeelden van
Morris uiteengezet. Zo houdt hij in 1904 in een zaal, propvol
diamantbewerkers, een lezing met lichtbeelden. Wegens overweldigend
succes wordt de lezing herhaald, maar ook nog eens in Antwerpen
voor de Belgische Werkers Partij gehouden.
Het eerste besluit van het NVV is de oprichting van een voor iedere
arbeider toegankelijke bibliotheek. Het is de aanzet voor een grote
aandacht voor de scholing en vorming van arbeiders. Daarin komen
bij herhaling de elementen die Polak heeft aangedragen naar voren.
Later wordt er een aspect aan toegevoegd. Moet de scholing en
vorming bijdragen aan de socialistische revolutie? In een volgende
aflevering van deze serie wordt dat aspect nader belicht.