Leo Brouwer
Als aandacht voor levensbeschouwing wegvalt mist vakbeweging iets
Kort nadat de fusie met de Bouwbond NVV definitief zijn beslag heeft gekregen, gaat Leo Brouwer, voorzitter van de Bouw- en Houtbond NKV, met pensioen. En trekt hij zich terug in het Friese Woudengebied, in Jubbega. Het is dat FNV-voorzitter Hans Pont hem - net als andere gepensioneerde bestuurders - vraagt om zijn mening over het rapport 'De FNV over 14 jaar'. Anders zou hij de zelf gekozen stilte niet hebben verbroken. Maar naar aanleiding daarvan wil Brouwer wel kwijt dat hij zich zorgen maakt over de toekomst van de FNV. Eén van de bouwmeesters van de FNV, die vindt in het huidige resultaat onvoldoende terug van wat hem destijds voor ogen heeft gestaan.
Als aandacht voor levensbeschouwing wegvalt mist
vakbeweging iets
Ik ben altijd voorstander geweest van
eenheid onder de arbeiders. Ik was ervan overtuigd dat het NVV en
het NKV in zo'n tempo met elkaar zouden kunnen samengaan dat de
achterban dat harmonisch zou kunnen volgen. Anders was ik er niet
aan begonnen. Maar voor mezelf heb ik de conclusie getrokken dat
deze doelstelling van de vorming van de FNV, het bij elkaar brengen
van mensen die vanuit verschillende richtingen zijn gekomen, het
bundelen van hun krachten vanuit begrip voor elkaars wereld- en
levensbeschouwingen, uit het oog is verloren."
Aanvallen
Als één der eersten in het Nederlands
Katholiek Vakverbond (NKV) ijvert Leo Brouwer openlijk voor grotere
eenheid in de vakbeweging. Pratend over schaken - Brouwers grootste
hartstocht na de vakbeweging, ooit zat hij in het Utrechtse tiental
dat clubkampioen van Nederland werd - zegt hij: "Ik ben altijd een
aanvaller geweest." Een term die moeiteloos kan worden overgezet
naar zijn instelling als vakbondsman. In 1969 zegt hij in het
bondsblad De Steiger dat het voor de bond niet meevalt om
beheersing op te brengen bij het trage, weifelende tempo van het
NKV om samenwerking te zoeken met NVV en CNV. Hij zinspeelt zelfs
op het mogelijk verlaten van het NKV. Weliswaar verlaat de Bouw- en
Houtbond NKV de rijen van het NKV niet, maar internationaal
verbreekt de bond wel de relatie met de christelijke bouw- en
houtinternationale om toe te treden tot de algemene Internationale
Bond van Bouw- en Houtarbeiders (IBBH)). Dit naar aanleiding van de
herhaalde weigering om over internationale samenwerking met de IBBH
te spreken. Het is daardoor voor iedereen in het NKV duidelijk dat
Brouwers dreigement niet als een loos gebaar kan worden
opgevat.
Doelmatigheid, de belangen van de leden,
vormen voor Brouwer de drijfveren in zijn eenheidsstreven. Maar bij
het bewerkstelligen van de eenheid moet de herkenbaarheid voor de
achterban overeind blijven. Geen eenheid door opslokken derhalve.
Brouwer: "Destijds hebben we ons tot en met geïnformeerd, Ik heb er
onder andere veel met de Bredase bisschop Ernst over gesproken.
"Hebben we op een gegeven moment niet de plicht", heb ik hem
gevraagd, om de eenheid te bewerkstelligen. Om ons in te brengen
zoals we zelf zijn. En dat ook van anderen te aanvaarden. De wereld
staat immers op instorten." Op een gegeven moment heeft de
wetenschappelijk medewerker van het NKV, Fons Arnolds, een formule
aangedragen, die voor ons doorslaggevend was. "Als het afzonderlijk
voortbestaan van vakcentrales er uiteindelijk toeleidt dat je je
taak als vakbeweging niet meer naar behoren kunt vervullen - dat is
dus ten nadele van de leden - dan ben je in geweten verplicht te
onderzoeken of je dat niet samen met anderen beter kunt
doen."
Die eenheid in de vakbeweging krijgt geleidelijk
aan vorm, ondanks het afhaken van het CNV. In de laatste fase voor
de fusie van NVV en NKV wordt intensief gesproken over een FNV als
multi-levensbeschouwelijke vakbeweging. Die van meet af aan voor
iedereen herkenbaar is; voor de leden maar ook voor de
maatschappelijke omgeving. In het bij elkaar brengen van
verschillende levensbeschouwingen, in het kweken van begrip voor
elkaars opvattingen, in het scheppen van een nieuwe
maatschappijvisie, is in de gedachten van de FNV-bouwmeesters een
belangrijke rol weggelegd voor het te stichten secretariaat
Levensbeschouwing en Vakbeweging. "De bisschoppen, die toen nog
overwegend progressief waren, zeiden ons" - aldus Brouwer - "dat ze
graag zouden zien dat er binnen de FNV een katholiek scholings- en
bezinningscentrum zou worden gesticht. Het NKV heeft toen gezegd:
is dat wel zo'n gelukkige gedachte? We willen levensbeschouwingen
bij elkaar brengen. Tot ergernis van sommigen ben ik daarom in de
periode van de fusie heel druk geweest met de oprichting van het
secretariaat Levensbeschouwing en Vakbeweging. Als je het me nu
eerlijk vraagt: dat secretariaat is gewoon niet uit de verf
gekomen."
FNV
Magazine
Zwaarder tilt Brouwer echter aan het
redactiebeleid van FNV Magazine. Daarin ontbreekt de psychologische
kijk op de pluriforme achterban. Als ik bijvoorbeeld het verhaal
over de 'Moederkerk' neem, dat gezeur over Gijsen en die kapitalist
met zijn zomerhuisjes. Dat heeft in alle kranten gestaan. Daar
wordt dan een verhaal van gebakken, waar velen zich aan ergeren.
Niet omdat het over Gijsen gaat, maar omdat er nodeloos schoppen
worden uitgedeeld die in geen enkele positieve relatie staan tot de
taken van de vakbeweging. En dan die rectificatie, dat ondermaats
commentaar achteraf, waar je niets aan hebt. Als je praktiserend
katholiek bent, dan is het erg akelig, beledigend, als je termen
moet lezen als de RK Holding en dergelijke. De mensen zeggen dan:
'moet ik verdomme, dat zeggen we dan wel, verdomme, in mijn eigen
vakbondsblad op deze manier worden aangesproken? Je mag best weten:
ik vind het ook vervelend dit soort verhalen in mijn brievenbus te
krijgen."
Brouwer: "FNV Magazine is het voornaamste communicatiemiddel
tussen de leiding en de leden, het is de hoofdader binnen de
beweging. Dat blad kost miljoenen. Als de redactie zicht opstelt
als 'opperrechter' in de beweging, dan moet de leiding ervan maar
in andere handen worden gegeven. Aan mensen die wel enig inzicht
hebben in de samenstelling en gevoelens van de achterban."
Brouwer wijst erop dat de FNV veel meer christenen tot de leden kan
rekenen dan het CNV. De FNV manifesteert dat niet. Artikelen als
het gewraakte over de moederkerk bewerkstelligen slechts het
tegendeel. En geven voedsel aan de binnen het CNV heersende
opvatting dat dat de enige, echte christelijke vakbeweging is. In
dit verband hekelt Brouwer ook het zwijgen van FNV-bestuurders over
levensbeschouwelijke aangelegenheden. "Praat er ooit eens iemand
van de FNV" - zo vraagt hij zich af - "wat diepgaander over dit
soort zaken? Wanneer komt dat aan de orde? Vroeger was dat om de
haverklap aan de orde. We hadden natuurlijk het instituut van de
geestelijke adviseur. Die sprak over niets anders. Dat instituut
mis ik overigens niet. Maar als de aandacht voor het
levensbeschouwelijke helemaal wegvalt, dan mis je wel iets. De
binding van de leden aan de FNV zou veel groter zijn geweest als
dat meer tot uitdrukking zou zijn gekomen."
Bisschoppen
Brouwer erkent dat het huidige
bisschoppencollege het de FNV niet gemakkelijk maakt om liefdevolle
relaties te onderhouden. Als één van de oprichters van de
Mariënburggroep - een bundeling van progressieve katholieken - en
als lid van de 'interdiocesane commissie' die het pausbezoek mocht
voorbereiden, heeft hij dat aan de lijve mogen ervaren. In 1985
blokkeert kardinaal Simonis de benoeming van Herman Bode tot
voorzitter van het bedrijfspastoraat in het bisdom Utrecht. Brouwer
spreekt Simonis daar op aan. "Ik heb hem gezegd dat hij een
ernstige fout maakte. Interesseert het u dan helemaal niet wat de
mensen ervan denken, zei ik tegen hem. Maar dan krijg je zo'n vaag
antwoord. Hij heeft het besluit niet alleen genomen, bij velen
advies ingewonnen. Uiteindelijk komt het er dan op neer dat hij
Bode niet wil benoemen omdat hij gedreigd heeft uit de kerk te
stappen. Mijn opvatting is: de kerk dat zijn alle gelovigen bij
elkaar. En niet alleen het bestuursapparaat, zoals sommigen doen
voorkomen. Als ik die opvatting zou moeten huldigen, dan laat ik me
iets afnemen, dat me rechtens toekomt."
Politiek
Punt van kritiek op het huidige
functioneren van de FNV is voor Brouwer ook de politieke
opstelling. Versterkt door - alweer - FNV Magazine en de campagne
'Kiezen voor nieuwe kansen'. Ook hierin ziet hij een miskenning van
de pluriforme samenstelling van de achterban. Van Brouwer kan
moeilijk gezegd worden dat hij niet politiek actief was. Of dat hij
van opvatting was dat de vakbeweging zich politiek afzijdig zou
moeten opstellen. Vanaf de 'nacht van Schmelzer' in 1967 tracht hij
aanvankelijk de linkervleugel van de Katholieke Volkspartij] (KVP)
in radicaler en daadkrachtiger vaarwater te brengen. Als dat niet
lukt, wijdt hij zijn krachten aan de oprichting en - als
bestuurslid - de uitbouw van de PPR. In 1971 schrijft de toenmalig
bondspenningmeester Huub Jacobs, geheel in die sfeer passend, een
artikel in het bondsblad waarin hij uitlegt waarom hij PPR stemt.
Brouwer: "Jacobs heeft een impressie gegeven over het hele
politieke gebeuren. Dat was - ik heb dat van verschillende kanten
gehoord - één van de beste beschouwingen die daarover zijn gegeven.
Nu zou je dat - die opmerking is wel op zijn plaats - een wat
directe bemoeiing van het blad met de politiek kunnen noemen. Toch
ben ik altijd principieel voorstander geweest van politieke
onafhankelijkheid van de vakbeweging". Door de 'nacht van
Schmelzer' is er naar Brouwers overtuiging - een breuk gekomen in
de katholieke zuil. Dat is de schuld van de KVP. Desondanks verzet
Brouwer zich tegen de eenzijdige oriëntatie van de FNV op de Partij
van de Arbeid (PvdA). De vakbeweging dient hoe dan ook politiek
onafhankelijk te blijven. Anders wordt een deel van de achterban
van de vakbeweging vervreemd. De campagne 'Kiezen voor nieuwe
kansen' beschouwt Brouwer dan ook als een psychologische
enormiteit. "CDA-fractieleider Bert de Vries riep direct: "dat is
een afscheidscadeautje voor Wim Kok." Dat overkomt dan de
vakbeweging die gepokt en gemazeld is. Die geeft een dergelijke
kans weg voor open doel. Wim Kok voelde dat wel aan. Op een
receptie sprak hij mij eens aan. Hij toonde zich niet erg gelukkig
met de situatie. "Ik heb dat nooit zo bedoeld", zei hij. "Alles
komt zo ongelukkig bij elkaar". " Dat die reacties niet werden
aangevoeld, dat kan ik slecht begrijpen." Schade beperken Alles
overziende vindt Brouwer dat er binnen de FNV grote fouten zijn
gemaakt. "Die hebben schade aangericht. We moeten nu de schade
zoveel mogelijk beperken. Het gaat er om een nieuwe verfrissende
beweging te maken die past in deze tijd. Ik ben van mening dat we
daarvoor de hulp van objectieve deskundigen moeten inroepen. Al
twintig jaar geleden heb ik gezegd: we hebben economen en juristen
genoeg, we moeten sociaal-psychologen aantrekken. Want als je
mistast ten aanzien van een groep leden, dan kan het kwaad groot
zijn. Ik heb mijn hoop gevestigd op een gedegen uitvoering van wat
in FNV 2000 wordt gezegd over de grondslag van de FNV, de politieke
onafhankelijkheid en de betekenis van levensbeschouwingen."
(Eerder verschenen in FNV-Magazine/Profiel, 1987)